De officier van justitie van het Arrondissementsparket Oost-Brabant heeft vandaag tegen een inmiddels 27-jarige vrouw uit Rotterdam een gevangenisstraf van 9 jaar geëist voor doodslag op haar vriend. De vrouw wordt ervan verdacht op 9 juli 2012 haar 24-jarige vriend zodanig met een mes te hebben gestoken, dat hij korte tijd later in een ziekenhuis aan zijn verwondingen overleed. De vrouw en haar vriend, beiden afkomstig uit Rotterdam, verbleven op het moment van het gebeurde in haar ouderlijke woning aan de Adriaen Banckertstraat in Geldrop.
Weigering medewerking onderzoek Pieter Baan Centrum (PBC)
De verdachte is onderzocht door een psycholoog en later in het PBC. Zij heeft echter geweigerd haar medewerking te verlenen aan het onderzoek in het PBC. Volgens de deskundigen is het op grond van de beschikbare informatie onmogelijk om een compleet beeld te schetsen van de verdachte. Derhalve kan het PBC geen uitspraken doen over de mate van toerekenbaarheid op het moment van het plegen van het feit. Verdachte is dan ook volledig toerekeningsvatbaar voor haar daden te achten.
Wisselende verklaringen van verdachte
De verdachte heeft haar verklaringen meermalen aangepast, aangevuld en gewijzigd. Ook tijdens een reconstructie bleek geen ‘scene’ hetzelfde. Hierdoor is het verhaal van de verdachte niet consistent en daarmee niet betrouwbaar.
Wettig en overtuigend bewijs
Voor de officier van justitie is uit onderzoek onomstotelijk vast komen te staan dat verdachte het slachtoffer eenmaal met een mes in het lichaam heeft gestoken, ten gevolge waarvan het slachtoffer is overleden. Voor de verdenking van doodslag is dan ook voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig.
