Provincie Zeeland wil Rijkswaterstaat Zee en Delta een vergunning verlenen voor het aanbrengen van vooroeverbestortingen op drie locaties in de Westerschelde. Deze bestortingen zijn nodig om de vooroevers in de Westerschelde te verbeteren en daarmee de instabiliteit van de waterkering te voorkomen.
Op drie locaties in de Westerschelde zijn door erosie als gevolg van sterke stroming in de geulen, de vooroevers aangetast en mogelijk op termijn de stabiliteit van de waterkering . Dat dient ten allen tijde te worden voorkomen. Om de vooroevers te stabiliseren laat Rijkswaterstaat de vooroever op drie locaties bestorten met granulair materiaal, zoals staalslakken en breuksteen. Het gaat hierbij om de locaties Borsselepolder, Port Scaldis Breskens, en Ellewoutsdijk. De bestortingen worden in 2014-2015 uitgevoerd, zodra de vereiste toestemmingen afgegeven zijn.
In 2009 en 2010 leidden bestortingen langs de zuidkust van Schouwen-Duiveland tot grote regionale commotie. Verschillende mensen en organisaties maakten zich grote zorgen over de mogelijke gevolgen van het uitspoelen van milieubezwaarlijke stoffen uit de gestorte materialen op de natuur van de Oosterschelde en de voedselkwaliteit van in het gebied gekweekte schelpdieren. Het nadere onderzoek en monitoring die in opdracht van Rijkswaterstaat zijn uitgevoerd hebben aangetoond dat de bestortingen gekoloniseerd worden door nieuwe organismen en dat de mate van uitspoeling van milieubezwaarlijke stoffen zo beperkt is dat deze geen negatieve effecten op de natuur en de voedselkwaliteit hebben. Dit geldt ook voor de bestortingen in de Westerschelde. Overige effecten van de vooroeverbestortingen op de beschermde natuurwaarden van de Natura 2000-gebied Westerschelde en Saeftinghe zullen beperkt zijn, zo blijkt uit de natuurtoets waarin de effecten worden beoordeeld. Als bevoegd gezag voor de Natuurbeschermingswet 1998 concludeert Provincie Zeeland dan ook dat deze vergunning verleend kan worden.
