De advocaat-generaal (OM) in Arnhem heeft vandaag in hoger beroep 20 jaar gevangenisstraf geëist tegen een 32-jarige man. De man wordt verdacht van het plegen van een moord op 30 juli 2013 in een gevangenis in Nieuwegein en van een poging doodslag op 25 augustus 2012 in een gevangenis in Zwaag
Op 30 juli 2013 vond er in de gevangenis in Nieuwegein een vechtpartij plaats tussen de verdachte en het latere slachtoffer. De verdachte werd door de man geslagen en besloot om hem ’terug te pakken’. Later op de dag heeft de verdachte het slachtoffer gestoken met een mes. Het slachtoffer overleed aan de verwondingen.
In de visie van het Openbaar Ministerie (OM) heeft de verdachte gehandeld met voorbedachte raad en is er dus sprake van moord. ‘De verdachte heeft het plan om het slachtoffer te steken ruim voor zijn daad beraamd. Het voornemen ontstond onmiddellijk na de mishandeling. Kort daarop was de verdachte in bezit van een steekwapen. De uitvoering stond gepland voor de volgende ochtend. Tussen het opvatten van het plan en de feitelijke uitvoering ervan heeft verdachte een uur op zijn cel doorgebracht. Een tijdspanne waarbinnen hij ruimschoots gelegenheid heeft gehad voor beraad op zijn plan en de consequenties ervan. Met name heeft hij ook gelegenheid gehad om van zijn plan af te zien. Eerder dan verwacht doet de gelegenheid zich voor om het plan uit te voeren. Verdachte heeft het mes bij zich. Niets staat aan uitvoering in de weg. En verdachte grijpt die gelegenheid aan’, aldus de advocaat-generaal.
Het OM is van mening dat de verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan een poging doodslag in de gevangenis in Zwaag op 25 augustus 2012. Hier heeft de verdachte een andere man met een mes in de rug gestoken. ‘De rug is een kwetsbaar deel van het menselijk lichaam waar zich vitale organen bevinden. Verdachte moet zich hiervan bewust zijn geweest’, aldus het OM.
Bij de hoogte van de strafeis wordt rekening gehouden met de ernst van de feiten. ‘In beide zaken gaat het om ernstige levensdelicten. Een 23-jarige man heeft het met zijn leven moeten bekopen. Louter omdat hij in dezelfde gevangenis verbleef als verdachte en een aanvaring met hem had. Verdachte neemt het niet nauw met het leven en welzijn van anderen. Door openheid te geven over zijn conflict met het slachtoffer had hij diens leven kunnen redden. Er zou dan zijn ingegrepen. Maar hij heeft er voor gekozen om het conflict op zijn manier te beslechten, ongeacht de gevolgen. Verdachte heeft de familie en vrienden van het slachtoffer veel verdriet aangedaan en aan hen onherstelbaar leed berokkend’, aldus de advocaat-generaal. Tevens wordt bij de strafeis meegewogen dat de kans op recidive groot is. ‘Bij verdachte kon geen stoornis van de geestvermogens vastgesteld worden. Al evenmin is komen vast te staan dat de feiten niet of niet volledig aan hem toegerekend kunnen worden, omdat hij niet wilde meewerken aan een onderzoek naar zijn persoon. Oplegging van de tbs-maatregel is hierdoor niet mogelijk. Het is daarom belangrijk om een langdurige gevangenisstraf op te leggen. Beveiliging van de maatschappij tegen het gevaar dat van verdachte uitgaat en vergelding zijn de voornaamste strafdoelen in deze zaak’, aldus de advocaat-generaal tijdens het requisitoir.
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot 18 jaar cel, bij een eis van de officier van justitie van 20 jaar cel. De verdachte was het niet eens met de uitspraak en stelde hiertegen hoger beroep in.
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.