De advocaat-generaal (OM) in Amsterdam heeft vandaag in hoger beroep celstraffen van 24 maanden en 20 maanden onvoorwaardelijk geëist tegen twee mannen die ervan verdacht worden een gewapende overval te hebben voorbereid op 22 januari 2011 in Amsterdam.
De advocaat-generaal (OM) in Amsterdam heeft vandaag in hoger beroep celstraffen van 24 maanden en 20 maanden onvoorwaardelijk geëist tegen twee mannen die ervan verdacht worden een gewapende overval te hebben voorbereid op 22 januari 2011 in Amsterdam.
In de visie van het OM waren de voorbereidingshandelingen gericht op het plegen van een gewapende overval op een man in Nieuwegein. Verdachten hebben daartoe afspraken en concrete plannen gemaakt. Het beoogde slachtoffer was de ex van een vriendin van één van de verdachten. De vrouw wilde haar ex een lesje leren. Uit het dossier blijkt dat expliciet gesproken werd over geld dat te halen zou zijn, dat het slachtoffer moest worden vastgebonden en uitvoerig werd gesproken over hoeveel mensen er nodig waren om de klus te klaren. Om die reden vindt het OM dat uit dit bewijs, afkomstig uit taps en verklaringen, blijkt van het voornemen om een overval te gaan plegen op een persoon in een woning in Nieuwegein waar veel geld aanwezig zou zijn.
Het OM vindt dat de geëiste straffen recht doen aan de ernst van het feit. “Het betreft een ernstig feit. Weliswaar heeft het niet tot concrete slachtoffers gleid, maar dat is niet te danken aan de verdachten. Juist omdat zij in de voorbereidende fase zijn aangehouden, heeft het niet kunnen leiden tot een strafbaar feit waarbij geweld in de richting van het slachtoffer gebruikt zou worden. Het OM gaat ervan uit dat het voornemen gericht was op een diefstal met geweld dan wel afpersing en dat geldelijk gewin uitgangspunt is geweest voor dit voornemen. Geldelijk gewin gecombineerd met wraakaspecten richting het slachtoffer. Wraak niet zozeer van deze verdachten maar van een vriendin die in de steek was gelaten. De geëiste straffen zijn passend en geboden”, aldus de advocaat-generaal op de zitting.
De rechtbank sprak de verdachten vrij. De rechtbank overwoog in de vonnissen dat hoewel verdachten vaker onderling contact hebben gehad over het “in elkaar slaan” van een persoon of een “klus”, er tot aan het moment van hun aanhouding niets is gebeurd en ook verder uit het dossier blijkt van een onvoldoende concreet plan. Daarnaast wordt overwogen dat onvoldoende bewijzen voorhanden zijn dat de plannen gericht zouden zijn op een feit waarvoor 8 jaar celstraf of meer kan worden opgelegd. Het OM was het hiermee niet eens en stelde hoger beroep in.
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.