De advocaat-generaal (OM) in Arnhem heeft vandaag in hoger beroep een werkstraf van 150 uur geëist tegen een man en vrouw uit Haaksbergen. In de visie van het OM hebben zij schuld aan een ongeval op 17 maart 2013 waarbij een jongetje in een gierput op hun terrein viel. Het jongetje raakte in eerste instantie in coma. Aanvankelijk was er een slechte prognose maar hij herstelde zich daarna redelijk echter zonder uitzicht op volledig herstel.
De boerderij van verdachten was niet meer actief in gebruik als melkrundveehouderij. Het erf en de gebouwen waren er nog wel, zoals ook de mestopslag en de ondergrondse gierput. Op de boerderij waren ook paarden van anderen gestald. Op de bewuste dag kwamen twee moeders met kleine kinderen op de boerderij langs waar zij een paard hadden gestald. Op het terrein lag een gierput waarvan de stevige betonnen deksel een week daarvoor kapot gereden was. Nu was er een plastic plaat overheen gelegd met een brok steen er op. Op een gegeven moment was één van de kinderen weg en bleek in de gierput te zijn gevallen. Hij werd er uit gehaald en was in coma. Aanvankelijk was er een zeer slechte prognose maar hij herstelde zich redelijk. Hij heeft zijn verstandelijke vermogens nog helemaal maar heeft wel last van motorische problemen aan handen, benen en zijn spraak. De situatie van het jongetje, namelijk het ontbreken van uitzicht op (volledig) herstel, maakt dat sprake is van zwaar lichamelijk letsel.
Het OM vindt dat zwaar lichamelijk letsel door schuld bewezen kan worden en dat de geëiste straf recht doet aan de ernst van het feit. “Vooropgesteld moet worden dat iedereen die bij dit ongeval betrokken is, vreselijk geschrokken is en, ieder op zijn eigen wijze, er veel verdriet van heeft. Toch kan het OM er niet omheen dat verdachten schuld hebben aan dit ernstige ongeval. Zij wisten van het kapotte deksel en dat er regelmatig jonge kinderen op het erf kwamen. Zij hebben nagelaten de ouders te informeren over de gevaren van de provisorische afdichting van de gierput die ook nog niet opvallend was. Hadden ze de ouders wel gewaarschuwd, dan hadden de ouders zelf de afweging kunnen maken en maatregelen kunnen treffen om de kinderen bij de gierput weg te houden of om de kinderen, zolang de deksel niet was vervangen door een stevig(er) exemplaar, thuis te laten. Ook is niet onomstotelijk komen vast te staan dat de plastic plaat voldoende verzwaard was; integendeel, de plaat is verschoven en het jongetjes is in de put geraakt. Er is dus sprake van nalatigheid en het niet voldoen aan de zorgplicht die zij als eigenaren van het erf hadden. Het ongeluk is aan hun schuld – in de zin van aanmerkelijke onvoorzichtigheid en onzorgvuldigheid – te wijten. Een gevangenisstraf is niet aan de orde maar een werkstraf is passend en geboden”, aldus de advocaat-generaal op de zitting.
De rechtbank sprak op 8 mei 2014 de verdachten vrij. De rechter oordeelde dat de plastic plaat met daarop een verzwaring normaal gesproken voldoende zou moeten zijn om ongelukken te voorkomen. En dat verdachten, die zelf geen (jonge) kinderen hebben, dit niet hadden hoeven te voorzien. Het OM was het hiermee niet eens en stelde hoger beroep in.
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.
