De officier van justitie van het parket Midden-Nederland vindt dat de 80-jarige man uit Hilversum zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag, en niet aan moord. Op 30 juli 2014 wilde zijn 74-jarige vriendin afstand nemen van hun relatie, waarna hij haar met een fles op het hoofd sloeg en negen steekwonden toebracht. De volgende ochtend trof de thuiszorgmedewerkster de vrouw dood aan.
Na het overlijden van zijn echtgenote begin 2013 kreeg de man in de zomer van 2013 een relatie met het slachtoffer. Aanvankelijk ging dit goed maar na verloop van tijd verslechterde de relatie. Hij voorvoelde dat zij er een punt achter wilde zetten en had pillen klaargezet. Toen zij op de bewuste avond aangaf dat ze elkaar niet meer moesten zien, sloegen bij hem de stoppen door. De verdachte herinnert zich nog het slaan met de fles maar vanaf dat moment laat zijn geheugen hem in de steek, zegt hij. Ook hij wordt de volgende ochtend gevonden in kritieke toestand na het innemen van de pillen.
Aangezien het huis was afgesloten en er verder niemand in de woning was, moet hij degene geweest zijn die de steken heeft toegebracht, aldus de officier. Verder komt uit het onderzoek naar voren dat het slachtoffer letsel had opgelopen aan haar hoofd, waarschijnlijk door een val, en gezien het sporenbeeld moet zij snel buiten bewustzijn zijn geraakt. De negen steken hadden veel bloedverlies en perforatie van de longen tot gevolg.
Deskundigen geven aan dat de man had gehandeld in narcistische woede. Gevoelens van krenking, woede en angst hadden geleid tot een agressieve impulsdoorbraak. Geadviseerd wordt om hem als licht verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen; van een stoornis is geen sprake. Om deze redenen kan niet worden bewezen dat hij heeft gehandeld vanuit een vooropgezet plan of tijd heeft gehad om over zijn handelen na te denken. Zodoende vindt de officier doodslag bewezen, en niet moord.
Hoewel geen enkele straf recht kan doen aan het onherstelbare leed dat de familie van het slachtoffer is aangedaan, eiste zijn een celstraf van 8 jaar. Dit niet alleen vanwege de ernst van dit levensdelict, maar ook vanwege het forse geweld dat is toegepast en de houding van de verdachte, die het vooral erg voor zichzelf vindt. Tenslotte vroeg de officier van justitie de vordering van de nabestaanden, ongeveer 12.000 euro, toe te wijzen.
