Tegen de 42-jarige ex-partner van Sandra Garcia Geraldino heeft de officier van justitie vrijdag een celstraf van acht jaar geëist. Volgens het Openbaar Ministerie heeft de man zijn ex-partner op de avond van 31 juli 2015 in zijn woning aan het Vechtplantsoen in Utrecht om het leven gebracht en vervolgens het lichaam begraven in de omgeving van de J.M. de Muinck Keizerbrug.
De vrouw, afkomstig uit de Dominicaanse Republiek, woonde in Spanje en kwam regelmatig naar Nederland om haar twee dochtertjes te bezoeken die bij haar ex-partner woonden. Op 31 juli 2015 kwam ze ook naar Nederland om te praten over de omgangsregeling en het gezag over de kinderen, een tweeling. Vast staat dat ze diezelfde avond in de woning van haar ex-partner aan het Vechtplantsoen in Utrecht is geweest. Daarna is er geen teken van leven meer. Haar oudste dochter, die in België woont, geeft haar op 3 augustus op als vermist waarna de politie onderzoek instelt.
Uit dit onderzoek blijkt dat zij na 31 juli niet meer heeft gereisd of betalingen heeft verricht. Op een belangrijke afspraak kort na 31 juli verschijnt ze niet. Als ze op 16 augustus wordt gevonden blijkt ze door geweld om het leven te zijn gebracht en draagt ze nog dezelfde kleren als de avond van de 31ste juli. Resten van de pizza die zij op 31 juli heeft gegeten worden in haar maag aangetroffen. De verdachte heeft verklaard dat ze die avond ruzie hebben gehad maar dat ze de woning levend heeft verlaten. Hun dochtertje, dat al op bed lag, heeft haar moeder heel lang horen gillen en heeft haar horen hoesten. Verder hoorde ze gestamp en het lopen van de kraan. Bij de sectie is als letsel vastgesteld een dubbelzijdige klaplong, vier ribfracturen en perforatie van de borstvliezen en de rechterleverkwab. De deskundigen van het NFI vinden het aannemelijk dat dit letsel door één geweldshandeling is veroorzaakt.
Bij forensisch onderzoek zijn bloedspatten aangetroffen op de vloer in de woonkamer waarvan het DNA overeenkomt met dat van het slachtoffer. Ook in de auto van de verdachte is op meer plaatsen bloed gevonden, op de hoedenplank en op de onderplaat van de kofferbak. Bij DNA-onderzoek wordt in deze sporen een mengprofiel gevonden waar het slachtoffer in past. Het lichaam is in de nabijheid van de woning van de verdachte gevonden. Een graafspoor laat overeenkomsten zien met het blad van een schop die in de kelderbox van de ouders van de verdachte is gevonden. Daarnaast wordt een sterke overeenkomst gevonden tussen grondsporen op twee schoppen van de ouders van verdachte en de grond uit het graf. Tenslotte heeft de verdachte haar telefoon bij zich gehad na haar vermissing en zich voorgedaan als het slachtoffer. Op 5 augustus wordt haar telefoon gebruikt met daarin een simkaart die op 4 augustus in de telefoon van de verdachte wordt gebruikt. De verdachte belt in diezelfde nacht met een kennis van haar in Spanje om te zeggen dat Sandra bij hem in Nederland blijft.
Dat alles bij elkaar maakt dat de officier van justitie het wettig en overtuigend bewezen vindt dat de man zijn ex-partner zodanig heeft verwond dat zij hieraan is overleden. Ze merkt dit aan als zware mishandeling de dood tengevolge hebbend. Daarnaast kan worden bewezen dat hij haar heeft begraven en zo heeft geprobeerd zijn daad te verhullen. De verdachte ontkent en heeft niet meegewerkt aan onderzoek naar zijn persoon in het Pieter Baan Centrum. De oudste dochter en de zus van het slachtoffer die in een verklaring duidelijk maakten hoe ingrijpend het verlies van hun moeder voor hen is, hekelden zijn zwijgen. Gezien de ernst van de feiten eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van acht jaar, met aftrek van voorarrest. De man zit sinds 5 augustus 2015 vast.
