Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag voor de rechtbank Rotterdam 4 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist tegen de 27-jarige Mohamed B. Het OM verwijt B. dat hij actief voorbereidingen heeft getroffen en kennis heeft opgedaan om opzettelijk brand te stichten en een aanslag te plegen op de Amerikaanse ambassade of de Nederlandse politie en het Nederlandse leger. En dit alles met een terroristisch oogmerk.
Ernst
De ernst van de door verdachte gepleegde voorbereidingshandelingen ligt volgens het OM in de zeer schokkende gevolgen wanneer het de verdachte was gelukt de voorgenomen misdrijven te voltooien.
Nu de misdrijven niet zijn voltooid, is het stadium waarin de voorbereidingen zich bevonden bepalend voor de hoogte van de strafeis. De officier op zitting: “Dit betrof gelukkig een vroeg stadium. Echter, het is de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever geweest om ook voor een dergelijk vroeg stadium een strafrechtelijke aansprakelijkheid te formuleren.”
Onderzoek
Het Landelijk Parket van het OM is in oktober 2014 een onderzoek gestart. Aanleiding daartoe was een ambtsbericht van de AIVD waarin stond dat B. probeerde aan een wapen te komen om een aanslag op de politie te plegen. De politie arresteerde B. in oktober 2014.
Chats
Volgens de officier van justitie heeft de 27-jarige B. tussen 9 februari 2013 en 22 september 2014 in Facebook-chats aan anderen herhaaldelijk gevraagd naar filmpjes over en recepten voor het maken van bommen en explosieven. Bovendien heeft hij in die chats meerdere keren gezegd dat hij naar de Islamitische Staat wilde om te strijden.
Schrift
Bij een huiszoeking trof de politie een schrift van hem aan met daarin een recept voor een bom en een eed van trouw aan de leider van Islamitische Staat. Bovendien had B. een brief aan het Nederlandse volk en de regering geschreven in het schrift: “Deze brief is van de volgelingen van de islamitische staat aan de Nederlandse regering. Als zij deelneemt aan de duivelse coalitie tegen de staat (…) bij Allah dan zullen uw dagen zwart zijn.”
De rechtbank doet op 8 september om 12 uur uitspraak.
