Een 12-koppig Nederlands team van Defensie- en politiemedewerkers is vandaag vertrokken naar Oekraïne. Het blijft tot 28 maart in het gebied. Het team bereidt de Nederlandse repatriëringsmissie voor die in april wordt hervat. Ook een medewerker van de Onderzoeksraad voor Veiligheid reist mee.
Op de ‘burned sites’ (afgezette gebieden van de MH17-crash) beoordeelt het team de situatie. Met deze informatie stelt het team een definitief plan vast voor de missie in april.
De Defensie- en politiemedewerkers bekijken eveneens de toestand van een gebied ten noordwesten van Petropavlivka. Nog niet eerder was daar een Nederlands team omdat de veiligheidssituatie dit niet toeliet. De burgemeester van Petropavlivka liet de afgelopen periode wrakstukken verzamelen. De Nederlanders halen die op en slaan ze voorlopig op in Charkov.
De activiteiten van de Nederlanders zijn afhankelijk van de plaatselijke veiligheidssituatie en weersomstandigheden.
Overleg met autoriteiten
Het team werkt samen met de autoriteiten in Charkov en de bij de vliegramp betrokken dorpen. Ook overlegt het met de waarnemingsmissie van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en het Oekraïens agentschap voor rampenbestrijding (SES) in Donetsk. Het hoofd van de repatriëringsmissie Pieter Jaap Aalbersberg brengt vandaag met militair adviseur commodore Theo ten Haaf een bezoek aan Kiev. Aalbersberg zal daar overleggen met de Oekraïense autoriteiten en de OVSE. Daarnaast spreekt hij met afgevaardigden van Maleisië en Australië, de landen die naast Nederland ook zwaar getroffen zijn door de ramp met vlucht MH17.
