Minister-president Rutte gaat na afloop van de ministerraad in op meest recente economische cijfers. Ook licht hij het kabinetsstandpunt over de toekomst van ABN AMRO toe. In zijn persconferentie verwijst minister-president Rutte naar de tegevallende CPB-cijfers. De minister-president benadrukt dat hij zich bewust is van de grote en groeiende groep Nederlanders die de gevolgen van de crisis ondervindt. Nederland kampt met structurele problemen; in de bankensector, arbeidsmarkt, huizenmarkt, zorg en pensioenen. Door die problemen aan te pakken wil het kabinet Nederland gereed maken voor de toekomst. ‘Er zijn geen simpele oplossingen’, aldus Rutte. Daarom gaat het kabinet door met het werk dat het gestart is. Rutte: ‘We nemen de maatregelen die nodig zijn. Dat doen we op een evenwichtige manier. Ons doel is glashelder: groei en banen, en ervoor zorgen dat Nederland uit deze crisis komt.’
Verder is in de ministerraad gesproken over de toekomst van ABN AMRO en ASR. De conclusie van het kabinet is dat de bank op termijn terug kan naar de markt. ‘Heel belangrijk is uiteraard dat zoveel mogelijk van het geïnvesteerde belastinggeld terugkomt’, aldus de minister-president. ABN AMRO heeft zeker een jaar nodig om zich op een eventuele beursgang voor te bereiden. Daarna bekijkt het kabinet of beursgang nog steeds de voorkeur heeft en aan alle voorwaarden is voldaan. Rutte onderstreept dat er nog geen beslissing is genomen om de bank te verkopen: ‘Daarvoor is het simpelweg nog te vroeg.’
