Hoe krijgen we een studentensociëteit en poppodium in het centrum? Kunnen de Doelenstraat en de Boogstraat overkapt worden? Kan de Heideweek nog meer bijdrage aan de levendigheid van het centrum? Kan het Museumplein aantrekkelijker en toegankelijker gemaakt worden? Is het een goed idee om de winkels in het centrum op een kleiner gebied te concentreren? Is Wifi in het hele centrum realiseerbaar? Hoe geven we voedsel een prominentere plek in het centrum? Kunnen we daarbij een verbinding leggen met het Edese platteland?
Op de tweede “retailavond”over een levendig centrum, op 7 maart op de zolder van Het Oude Politiebureau, kwamen winkeliers, studenten, raadsleden en belangstellende burgers met veel ideeën om het centrum van Ede aantrekkelijker en levendiger te maken. Veel mensen gaven aan dat zij bereid waren tijd en energie te steken in het verder realiseren van deze ideeën. Door ze verder uit werken. Door te zoeken naar creatieve manieren om ze te financieren. En vooral door steeds meer anderen er bij te betrekken en er zo een vorm van “Weconomy” van te maken.
Henk de Graaf, directielid van de gemeente Ede, vertelde dat hij het college van B&W gaat voorstellen een pand in het centrum in te richten waar al dit soort ideeën bij elkaar gebracht worden en waar mensen met elkaar en met de gemeente kunnen zoeken naar manieren om deze plannen te realiseren. “Een levendig centrum is één van de speerpunten in de visie Ede 2025. Met een vaste plek in het centrum kan iedereen daar aan bijdragen.”
Wethouder Roel Kremers gaf aan het einde van de avond aan blij te zijn met alle energie die ook op deze avond weer vrij kwam. Hij gaf aan dat de gemeente bereid is om af te wijken van de gebaande paden als daar initiatieven uit de samenleving door gerealiseerd kunnen worden: “Niets is meer zeker, en dat geldt ook voor de beperkingen die het bestemmingsplan ons oplegt”, zei hij. “In ons nieuwe programma Economie moeten we dit soort ideeën uit de samenleving zeker ondersteunen”. Hij wees er op dat er in 2014 weer verkiezingen zijn en dat een aantal van deze plannen zeker niet zouden misstaan in de verkiezingsprogramma’s.