EU-landen gaan nationale terrorismelijsten delen. Het Frans-Nederlandse voorstel hiervoor is vrijdag vastgesteld tijdens de Raad Economische en Financiële Zaken in Brussel.
Terrorisme is grenzeloos. Bij de bestrijding ervan is het essentieel dat landen nog nauwer samen optrekken. Landen kunnen terrorisme beter voorkomen als informatie op tijd en nauwkeurig bij elkaar komt. Het voorstel om nationale terrorismelijsten te delen is begin dit jaar door minister Koenders (Buitenlandse Zaken) gedaan tijdens een groot internationaal overleg over de strijd tegen terreur met afgevaardigden van het Global Counterterrorism Forum (GCTF) en de Anti ISIS-coalitie.
‘Met het delen van onze terrorismelijsten kunnen we voorkomen dat personen die in Nederland op de terrorismelijst staan in België een bankrekening kunnen openen. Of omgekeerd: dat personen die in België op de lijst staan hier bij hun geld kunnen’, aldus minister Koenders. ‘Het delen van nationale terrorismelijsten is een belangrijke stap in de preventie van terrorismefinanciering. Het is daarom goed dat dit voorstel vandaag tijdens de Raad Economische en Financiële Zaken is vastgesteld. Als EU-voorzitter hebben we dit overleg op stoom kunnen brengen.’
Nederland heeft met de uitwerking van dit voorstel nauw samengewerkt met Frankrijk. Informatie-uitwisseling (Share) is een van de drie thema’s die belangrijk zijn in de strijd tegen terrorisme naast het tegengaan van Foreign Terrorist Fighters – mensen die zich aansluiten bij terreurgroepen in het buitenland – (Stop) en het beter beschermen en weerbaarder maken van onschuldige burgers tegen het geweld van terroristen (Secure).
Het aantal namen op de Nederlandse nationale terrorismelijst is in een jaar tijd verdubbeld. De teller staat nu op 42 (39 personen en 3 organisaties). Op de lijst staan Nederlanders en organisaties die betrokken zijn bij terroristische activiteiten, onder andere in Syrië en Irak.
