In het RTL-nieuws van vrijdag 30 januari ging korpschef Gerard Bouman in op vragen over de veiligheid van politiemensen. Hoewel het dreigingsniveau in Nederland niet is verhoogd na de aanslagen in Frankrijk en België, is wel een aantal afspraken aangescherpt die de veiligheid van politiemensen betreffen. Daarnaast zal de politie intensief aanwezig blijven in de wijken. In persoonlijke verbinding met de bewoners kan zij vormen van radicalisering vroegtijdig signaleren en er samen met partners snel op anticiperen.
In het interview gaf de korpschef aan dat alle politiemensen geschrokken zijn van wat er in Frankrijk en België is gebeurd, zeker voor wat betreft de executie van de twee Franse collega’s. Hij is hierover voortdurend in constructief gesprek met medewerkers, vakbonden en de Centrale Ondernemingsraad. Hij sprak ondermeer met politiemensen die het Binnenhof bewaken. Zij zijn het met elkaar eens: ‘Wij zijn geschrokken, maar niet bang. Bij de NOS in Hilversum zag ik dat deze week bevestigd. Politiemensen zetten nog steeds een stap naar voren als anderen terugdeinzen. Ik vind het nog dagelijks een eer om met mensen te mogen werken die ondanks onrust over hun eigen veiligheid toch doen wat nodig is voor de veiligheid van anderen.’
Gunlocks
Wel is de huidige situatie aanleiding om een aantal procedures tegen het licht te houden. Bouman: ‘Wij houden onze maatregelen altijd tegen het licht als zich ingrijpende zaken hebben voorgedaan.’ Vuurwapendragende politieagenten die in uniform naar en van huis reizen, moeten tijdens deze reis hun wapen dragen. Zij krijgen hiervoor de beschikking over een gunlock of kluisje zodat ze hun vuurwapen thuis veilig kunnen opbergen. De maatregel dient niet alleen de veiligheid van de politieagent; onderweg kan indien nodig ook worden opgetreden. Daarnaast wordt de toegang tot, en de veiligheid binnen, politiebureaus onder de loep genomen.
Werken in de wijk
Vanzelfsprekend zal de politie alles doen wat mogelijk is om kwetsbare mensen, panden en organisaties te bewaken en beveiligen. ‘Maar’, zegt korpschef Bouman, ‘meer bewakingstaken haalt ons wel weg uit de wijken. En dat moeten wij niet willen! In Nederland vinden wij het van het grootste belang om persoonlijk in verbinding te staan met de bewoners van onze wijken en dorpen. Het stelt ons in staat om radicalisering vroegtijdig te signaleren en er samen met onze partners op te anticiperen. Er is geen wijk of straat waar wij niet komen.’
