‘Nederland heeft een ijzersterke dienstensector en kan als kleine open economie fors profiteren van een nieuw handelsakkoord voor diensten. Het kabinet zet daarom in op een ambitieus en veelomvattend akkoord met zo veel mogelijk deelnemende landen.’ Dat zei minister Lilianne Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking naar aanleiding van een eerste constructieve onderhandelingsronde in Genève over de mogelijke opvolger van het GATS-verdrag uit 1995.
De Europese Commissie heeft becijferd dat een nieuw dienstenverdrag de EU 16,5 miljard euro aan extra economische groei kan opleveren. ‘Verbeterde toegang tot verre markten zal volop nieuwe kansen bieden. Kansen voor bijvoorbeeld onze maritieme sector, advocatenkantoren, transportbedrijven en financiële dienstverleners. Kansen die hier ook weer nieuwe werkgelegenheid scheppen. Bovendien gaat voor consumenten de prijs omlaag en het aanbod omhoog’, aldus Ploumen.
Sinds maart voert een groep van 48 landen onderhandelingen. De EU, de VS, Australië en Canada doen mee, maar ook landen als Mexico, Peru en Pakistan. De groep vertegenwoordigt 66% van de wereldwijde handel in diensten.
Ploumen: ‘De BRIC-landen doen helaas nog niet mee, maar we proberen het verdrag technisch zo in elkaar te steken dat zij op enig moment relatief eenvoudig kunnen aanhaken. Dat zou namelijk nog veel meer opleveren. Sowieso willen we de handelsvoordelen van het nieuwe verdrag straks zonder tegenprestatie aanbieden aan de minst-ontwikkelde landen.’
In Nederland werkt 80% van de beroepsbevolking in de dienstensector die jaarlijks zo’n 100 miljard euro exporteert. Daarmee is ons land de negende dienstenexporteur van de wereld. De mondiale dienstenhandel bedraagt ruim 4.000 miljard US dollar. Handelsbelemmeringen die in een nieuw verdrag kunnen worden geharmoniseerd betreffen onder meer vestigingsregels, beroepenbescherming en nationaliteitseisen.
