Wat in 2010 begon met één enkele aangifte van verduistering, mondde na onderzoek uit in een feitencomplex met achttien benadeelden. De verdachte, een 48-jarige vrouw uit Bilthoven, wordt ervan verdacht als bewindvoerster deze mensen in enkele jaren te hebben opgelicht voor een totaal bedrag van tussen de 2 en 2,5 ton. De officier typeerde haar als “een wolf in schaapskleren” die het vertrouwen van deze kwetsbare mensen, die ze moest beschermen, op grove wijze heeft geschonden.
In 2008 startte de verdachte met haar praktijk als bewindvoerder. In juni 2010 maakte de kantonrechter daar een einde aan na signalen dat zij haar werk niet goed zou doen. Haar dossiers werden overgedragen aan een andere bewindvoerder die twijfelachtige overboekingen ontdekte. Ook deze nieuwe bewindvoerder deed aangifte, waarna het strafrechtelijke onderzoek startte.
De verduistering en oplichtingen vonden op verschillende manieren plaats. De verdachte bracht dubbele kosten in rekening voor haar diensten, of bracht kosten in rekeningen voor diensten waar ze al voor werd betaald. Ze boekte bedragen over van de rekeningen van cliënten naar haar eigen rekening. Ze stelde in naam van haar cliënten brieven op waarin zij toestemming gaven voor de opname van contante bedragen, vervalste de handtekeningen en nam het geld op. Ook haar oud-werkgever, Klok Schilderwerken, is een van de benadeelden. Als boekhoudster had ze meermalen zichzelf dubbel salaris uitbetaald tot een totaalbedrag van ongeveer 30.000 euro.
De officier schetste de strenge eisen waaraan een bewindvoerder moet voldoen: hij of zij moet objectief, deskundig en onafhankelijk zijn en mag geen persoonlijk financieel belang hebben bij het beheer. In het geval van de verdachte bleek dit anders: ze heeft geen opleiding voor dit werk en was allerminst objectief. Ze heeft grote geldbedragen verduisterd en hiertoe documenten vervalst. “Wat deze zaak zo kwalijk maakt”, zei de officier “is dat de slachtoffers een bijzonder kwetsbare groep betreft: mensen die zelf onmachtig zijn om het beheer over hun financiën zelf te regelen”. Zij eiste een gevangenisstraf van 16 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaar. Met daarbij verplicht Reclasseringscontact, een meldplicht voor de duur van één jaar en een verplichte behandeling. Daarnaast wil de officier dat de vorderingen die de slachtoffers hebben ingediend voor de geleden schade, deels materieel en deels immaterieel, worden toegewezen zodat zij hun geld terug krijgen.
