De officier van justitie heeft vandaag 14 jaar cel geëist tegen een inmiddels 31-jarige man uit Amsterdam die ervan verdacht wordt op de avond van 27 december 2013 in de Sieg Vaz Diazstraat in Amsterdam een 34-jarige man te hebben neergeschoten. Het slachtoffer overleed korte tijd later in het ziekenhuis. De 31-jarige man wordt behalve van doodslag ook verdacht van poging doodslag en van wapenbezit.
Het schietincident zou te maken hebben met een geschil over drugs. Volgens sommigen zou de verdachte vier kilo hasj hebben gestolen. Op de bewuste avond zouden degenen die waren bestolen, verhaal hebben willen halen bij de verdachte. Verdachte zou op het slachtoffer en korte tijd later op de vluchtauto met daarin vier inzittenden hebben geschoten omdat hij zich bedreigd voelden.
De officier van justitie concludeert uit onder meer diverse verklaringen, uit forensisch onderzoek en uit onderzoek naar de telecomgegevens dat bewezen kan worden dat de 31-jarige man het slachtoffer in het hoofd heeft geschoten. Ook acht de officier poging doodslag op de vier inzittenden van de auto bewezen, evenals wapenbezit.
De verdachte verklaart uit noodweer te hebben geschoten. Het OM gaat daarin niet mee. Uit het onderzoek concludeert de officier dat het slachtoffer niet bewapend was tijdens het schietincident, er was dus ook geen sprake van ‘onmiddellijk dreigend gevaar waartegen schieten door de verdachte geboden was’. Volgens de officier moet het beroep op noodweer dan ook worden verworpen.
De officier in zijn requisitoir: “Verdachte heeft op abrupte wijze een einde gemaakt aan het leven van het slachtoffer door hem op de openbare weg, midden in een woonwijk, neer te schieten. Verdachte loopt aanvankelijk weg maar komt zeer kort daarna terug en besluit een aantal kogels af te vuren op de auto met vier inzittenden. Gelet op de ernst van deze feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan is slechts een gevangenisstraf van langdurige aard passend en geboden.”
Uitspraak vrijdag 2 januari.
