De officier van justitie heeft gevangenisstraffen van 7 en 8 jaar geëist tegen twee verdachten van 50 en 52 jaar uit resp. Amsterdam en Soest voor vier strafbare feiten: voorbereidingshandeling voor een ram- of plofkraak bij een juwelier in Meppel, inbraak bij een juwelier in Doetinchem (buit 20.000 euro), deelname aan een criminele organisatie en inbraak in een museum in IJsselstein (buit ruim 3 ton).
De 52-jarige man wordt daarnaast ook verdacht van zes andere feiten: het bezit van munitie, van explosieven, van xtc-pillen en van 190 gram hasj. Verder inbraak in een museum in Gouda waarbij een monstrans ter waarde van 70.000 euro is gestolen en een ramkraak bij een juwelier in Rozendaal in 2011 waarbij voor 50.000 euro aan sieraden is buitgemaakt. Aan de 50-jarige man zijn drie andere feiten ten laste gelegd: het bezit van wapens en munitie, van een jammer en van een taser.
De officier van justitie vatte de feiten samen als “professioneel voorbereide inbraken bij juweliers en musea, handel in wapens en drugs en het bezit van automatische wapens en explosieven”.
De beide mannen hebben een fors strafblad, de 52-jarige met name voor overtreding van de Opiumwet en de 50-jarige voor diverse vermogensdelicten en overtreding van de Wet Wapens en Munitie. De officier van justitie acht de kans dat zij hun leven zullen beteren nihil en eiste daarom langdurige gevangenisstraffen. Niet alleen om de samenleving tegen deze verdachten te beschermen, maar ook als signaal aan het criminele milieu en als compensatie voor het leed dat de slachtoffers is aangedaan. Tegen de 52-jarige verdachte eiste zij daarom de maximumstraf van 8 jaar en tegen de ander een gevangenisstraf van 7 jaar. Ook moeten ze het geld terugbetalen dat ze aan de strafbare feiten hebben overgehouden (88.354 en 1.425 euro) en moeten ze het Museum Gouda ruim tweeduizend euro betalen voor de geleden schade.
Tegen een medeverdachte uit Amsterdam, die de wapens verborg, eiste zij een boete van 10.000 euro (te betalen met de verkoop van de sieraden in haar bezit), 240 uur werkstraf en een voorwaardelijke celstraf van drie maanden. Tegen een van de twee andere medeverdachten uit Amsterdam en Soesterberg die verantwoordelijk worden gehouden voor de heling van sieraden, eiste ze twee maanden celstraf. Tegen de ander een werkstraf van 120 uur, een voorwaardelijke celstraf van een maand en reclasseringscontact.
