Alle tattoo- en piercingshops met een vergunning die bij eerdere controles niet voldeden aan de hygiëne-eisen, hebben de hygiëne nu wel op orde. Dit blijkt uit de nacontroles van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Omdat de hygiëne en veiligheid voorop staan bij het tatoeëren en piercen, controleert de NVWA ook vanaf augustus onaangekondigd op hygiëne-eisen. De boete bij een overtreding bedraagt € 525.
Uit eerdere controles in 2012 bleek dat 30% van de shops niet voldeed aan de hygiëne-eisen die aan veilig tatoeëren en piercen worden gesteld. Bij bijna een kwart van de 119 gecontroleerde ondernemers was de ‘te-gebruiken-tot’ datum van de gesteriliseerde materialen verlopen. Dit vergroot de kans op een infectie. Van de gecontroleerde shops gebruikte 18% desinfectiemiddelen waarvan niet bekend is of ze veilig kunnen worden gebruikt. In tientallen gevallen voldeed de inrichting van de behandelruimte niet (zoals de aanwezigheid van een bedrijfsverbanddoos), werd onvoldoende informatie gegeven over risico’s en/of ontbraken instructies over de verzorging van de wond. Daarom adviseert de NVWA (toekomstige) klanten ook zelf het veilige gebruik van de materialen in de gaten te houden en zich goed te laten informeren.
Naast de onaangekondigde inspecties bij shops met een vergunning, controleert de NVWA ook op het illegaal zetten van tatoeages en piercings. De NVWA voert steeds meer inspecties uit en krijgt de bewijzen tegen illegale thuistatoeëerders en tattoo- en piercingshops zonder vergunning vaker rond.
In 2012 heeft de NVWA ruim 400 inspecties uitgevoerd waarbij meer dan 100 tatoeëerders en piercers een boete of waarschuwing kregen omdat zij geen vergunning hadden (25 %). In 2010 was dit 13 %. Het aantal klachten en meldingen over shops zonder vergunning is gestegen van 155 in 2010 naar 216 in 2012.
Aanpak van illegale tatoeëerders en piercers was in het verleden vaak lastig omdat NVWA-inspecteurs alleen konden beboeten als ze aan konden tonen dat tatoeage- of piercingapparatuur ook echt gebruikt werd. Sinds mei 2012 is een ingerichte praktijkruimte al voldoende om aan te tonen dat er getatoeëerd of gepierced wordt. Ook heeft de minister van VWS eerder aangegeven een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer te willen sturen waarin het adverteren over het aanbrengen van tatoeages en piercings zonder vergunning wordt verboden.
Sinds 2007 moeten alle tatoeëerders en piercers een vergunning hebben van de GGD die vaststelt of er hygiënisch gewerkt wordt. De NVWA adviseert uitsluitend naar een shop met vergunning te gaan. Deze shops staan onder controle van GGD en NVWA. Bij thuisprikkers die zonder vergunning werken, vanuit bijvoorbeeld een keuken of zolderkamer, is geen controle op veilig werken en zijn de gezondheidsrisico’s groot. Naalden die niet schoon zijn, kunnen besmettelijke ziekten als hepatitis B en C en hiv overbrengen.
Naast de vergunningplicht, zijn er vanaf 2007 ook leeftijdgrenzen vastgesteld wanneer er een tatoeage of piercing gezet mag worden. Bij kinderen onder de 12 jaar is het, met uitzondering van een piercing in de oorlel (oorbel), niet toegestaan om een tatoeage of piercing te zetten. Tussen 12 en 16 jaar is altijd toestemming vereist van de ouder of voogd (de wettelijke vertegenwoordiger). Daarnaast is het verboden om een tatoeage te zetten bij kinderen die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt, op hoofd, hals, polsen of handen. Tevens is het voor deze leeftijdcategorie niet toegestaan om een genitale piercing aan te brengen of een tepelpiercing bij meisjes.
Van de klachten die de NVWA ontvangt, heeft circa 3 -5 % betrekking op het overtreden van de leeftijdgrenzen. In de meeste gevallen gaat het dan om het zetten van een tatoeage of piercing bij kinderen onder de 16 jaar, zonder dat de ouders daar toestemming voor hebben gegeven. De ondernemer die verantwoordelijk is voor een dergelijke overtreding kan hierdoor zijn vergunning verliezen.
