De officier van justitie heeft vandaag voor de rechtbank in Lelystad celstraffen geëist tegen de acht verdachten in de grensrechterzaak. De officier van justitie acht bij zeven verdachten medeplegen doodslag bewezen. Tegen een van de 15-jarige verdachten acht hij openlijke geweldpleging bewezen. De eisen voor de minderjarige verdachten zijn gebaseerd op het minderjarigen strafrecht.
Er is zeer uitgebreid onderzoek gedaan om te achterhalen wie er verantwoordelijk zijn voor het overlijden van grensrechter Richard Nieuwenhuizen. Dat is gebeurd door het horen van tientallen getuigen in combinatie met een nauwkeurige bestudering van de foto’s van het incident. De gehoorde getuigen zijn spelers van de beide B-teams, de aanwezige ouders van de spelers van beide teams en andere toeschouwers. Meerdere getuigen hebben verklaard dat ze hebben gezien dat spelers van Nieuw-Sloten tegen het hoofd en lichaam van Richard Nieuwenhuizen hebben geschopt en geslagen. De verdachten zijn onder andere herkend aan de rugnummers op hun shirts, de kleur van hun kousen, voetbalschoenen en aan uiterlijke kenmerken.
Richard Nieuwenhuizen is overleden als gevolg van een dubbele dissectie aan de binnenzijde van de vaten van de wervelslagader, wat tot hersenletsel heeft geleid. De officier van justitie volgt de conclusie van de onderzoekers van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Deze onderzoekers hebben gerapporteerd dat dit letsel kan worden veroorzaakt door slaan en schoppen tegen het hoofd. Dit wordt bevestigd door twee andere deskundigen. Dat Richard Nieuwenhuizen zou lijden aan een zeldzame aandoening (SMA) en dat deze aandoening hem precies op hetzelfde moment van het schoppen en slaan tegen het hoofd fataal zou zijn geworden, – zoals de Canadese deskundige Millroy meent – vindt de officier van justitie zeer onwaarschijnlijk.
Tegen de 50-jarige verdachte die het slachtoffer zou hebben geschopt, is voor medeplegen doodslag zes jaar gevangenisstraf geëist. Hij had als volwassen man en als begeleider van de jonge voetballers een kalmerende houding aan moeten nemen. Voor zes minderjarige verdachten acht de officier medeplegen doodslag bewezen. Hij heeft tegen de vier 16-jarige en een 17-jarige verdachte 24 maanden jeugddetentie, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar geëist. Tegen de 15-jarige verdachte, die nog in voorlopige hechtenis zit, is 12 maanden jeugddetentie, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar geëist. Voor deze zes minderjarigen is ook de maatregel Hulp en Steun geëist. De officier vindt het zeer zorgelijk, dat deze jongens in staat zijn gebleken om zo lang te ontkennen en te volharden in hun onschuld, terwijl zij volgens hem wel schuldig zijn.
De officier houdt alle verdachten die hebben geschopt tegen het hoofd en het lichaam verantwoordelijk voor het dodelijke letsel van Richard Nieuwenhuizen. Als er door één of meer mededaders tegen hoofd en lichaam wordt geschopt en je sluit je daarbij aan door ook een bijdrage te leveren aan het geweld, is er sprake van medeplegen doodslag.
Tegen de andere 15-jarige jongen is voor openlijke geweldpleging jeugddetentie voor de duur van 30 dagen, waarvan 13 dagen voorwaardelijk geëist. Hij heeft bij de vechtpartij gestaan. Hem wordt verweten de keeper te hebben geschopt.
