De Nederlandse gemeenten met een profvoetbalclub geven steeds minder steun aan de club. Maastricht, Enschede, Helmond en Dordrecht helpen hun profclub nog financieel. De overige 25 gemeenten steken geen geld meer in het betaald voetbal. Twee gemeenten, Den Bosch en Almere, gaven geen antwoord op de vragen. De vier gemeenten die nog wel aan steun doen verleenden een hypotheek, stonden garant voor een lening of scholden een schuld kwijt.
Gemeenten zijn veel voorzichtiger geworden met het verlenen van steun aan het betaald voetbal. Drie jaar geleden waren het er nog 16. Voor de clubs betekent dit dat zij steeds meer hun eigen broek moeten ophouden, zegt voetbaleconoom Pieter Nieuwenhuis. Dat kunnen clubs ook, maar als het gaat om de stadions is er vaak nog samenwerking nodig met de gemeente, meent Nieuwenhuis.
Gemeenten vinden voetbal voor hun stad nog even belangrijk als in 2010. In beide onderzoeken, toen en nu, geven de gemeenten gemiddeld een 7,7 als cijfer voor het belang van hun club. Kerkrade, Amsterdam, Alkmaar en Groningen geven de hoogste waardering, een 9, zo blijkt uit het onderzoek van de NOS.
