De advocaat-generaal (OM) in Amsterdam heeft vandaag in hoger beroep 36 maanden celstraf waarvan 20 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en 5 jaar rijontzegging geëist tegen een man die ervan wordt verdacht op 17 juni 2012 in Amsterdam zijn 21-jarige broer te hebben aangereden die daaraan overleed.
Het slachtoffer kwam op de betreffende dag na een, zo het er eerst uitzag, verkeersongeval om het leven. Uit verklaringen van getuigen bleek echter dat hij vlak daarvoor met de bestuurder van een Mercedes had gesproken. Er ontstond een woordenwisseling en de bestuurder trok op. Het slachtoffer klampte zich aan het portier van de bestuurderskant vast en liep/rende met de auto mee. De bestuurder gaf gas en remde vervolgens plotseling. Op enig moment is het slachtoffer gevallen. In elk geval liep het slachtoffer zodanig letsel op dat hij aan zijn verwondingen overleed. De Mercedes stond op naam van de broer van het slachtoffer. De broer is vervolgens als verdachte aangemerkt. Hij zou de periode voor de aanrijding regelmatig ruzie hebben gehad met zijn broer.
Ondanks het handelen van verdachte vindt het OM dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat het slachtoffer dodelijk zou worden getroffen. Wel is sprake van het opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toebrengen, zo vindt het OM.
Het OM is van mening dat de geëiste straf recht doet aan de ernst van het feit. “Het leven van een 21-jarige man is door geweld beëindigd. Een man in de bloei van zijn leven. Verdachte is hiervoor verantwoordelijk. Enerzijds heeft het OM oog voor het tragische feit dat het slachtoffer de broer van verdachte was. Hij zal de rest van zijn leven moeten accepteren dat door zijn toedoen het jonge leven van zijn broer is beëindigd en daarnaast het feit dat hij zijn ouders en andere nabestaanden onherstelbaar veel verdriet heeft aangedaan. Anderzijds is door de ontkennende proceshouding geen inzicht gegeven in hoe dit heeft kunnen gebeuren. Bovendien betekent dit ook dat voor toekomstige risicovolle situaties weinig zekerheid aanwezig is dat niet opnieuw de situatie zo uit de hand zal lopen met alle gevolgen van dien. De geëiste straf met een onvoorwaardelijk en een voorwaardelijk deel is passend en geboden”, aldus de advocaat-generaal op de zitting.
De rechtbank veroordeelde verdachte tot 2 jaar cel en 5 jaar rijontzegging na een eis van de officier van justitie van 3 jaar cel en 5 jaar rijontzegging. De verdachte stelde hoger beroep in.
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.
