Het Openbaar Ministerie (OM) Midden-Nederland heeft vandaag bij het gerechtshof hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raadkamer van de rechtbank om de verdachte in de zaak van de dodelijke aanvaring op de Vinkeveense Plassen niet langer in voorlopige hechtenis te houden. Het OM had gevorderd dat de 49-jarige man uit Oosterbeek vast zou moeten blijven zitten tot de inhoudelijke behandeling van de zaak door de rechtbank.
Het OM is het niet eens met de afwijzing van de vordering door de rechtbank en het oordeel van de rechtbank dat geen sprake is van een voldoende relevante verdenking van voorwaardelijk opzet op de dood en roekeloos gedrag.
Het OM vindt dat de eerste uitspraak in het hoger beroep tegen de beslissing van de rechter-commissaris (op 8 augustus jl.) recht doet aan de huidige stand van zaken in deze zaak. De rechtbank vond bij de behandeling van dat hoger beroep dat er sprake was van een stevige verdenking van voorwaardelijk opzet op de dood. De uitspraak van de rechtbank van vandaag staat daar haaks op.
Aan het dossier dat op 8 augustus jl. aan de rechtbank is voorgelegd zijn nieuwe stukken toegevoegd en het OM vindt dat de stevige verdenking die er bestond ten tijde van de eerste uitspraak van de rechtbank er nog steeds is. Het OM vindt dan ook dat de verdachte vast moet blijven zitten en gaat opnieuw in beroep.
