Uit het onderzoek naar de poging moord op 7 februari van dit jaar in Laren, heeft de verdachte gehandeld vanuit een ideologisch motief maar werd hierin niet aangestuurd. De verdachte is lid van de Orde der Transformanten en wordt poging moord ten laste gelegd op een persoon wiens ex en kinderen in die Orde zitten. De officier van justitie eiste een celstraf van 10 jaar.
Op de bewuste ochtend belde de verdachte aan bij het huis van het slachtoffer met een bos bloemen in de hand. Het slachtoffer dacht dat de bloemist voor de deur stond. Als hij niets vermoedend de deur open doet, stapt de verdachte naar voren, gooit de bloemen op de grond, pakt hem beet en slaat hem op zijn hoofd. Het slachtoffer weet de man naar buiten te werken en de verdachte probeert hem te steken in borst, buik en nek. Getuigen weten de verdachte te overmeesteren, trekken daarbij een pruik van het hoofd van de verdachte en bellen snel de politie. Het slachtoffer overleeft het en heeft letsel in zijn nek, op zijn hoofd en op zijn handen.
De verdachte heeft zich steeds beroepen op zijn zwijgrecht. Wel heeft hij verklaard dat hij met het slachtoffer wilde praten, dat er een worsteling ontstond en dat hij het mes uit zelfverdediging heeft gebruikt. Aanleiding was de kritiek die het slachtoffer had geuit op de Orde van de Transformanten. De officier van justitie acht dit niet aannemelijk. De verdachte is doordacht te werk gegaan. Hij had zich voorbereid met een vermomming, met bloemen en een extra set kleren. Hij had een mes bij zich, stapte gelijk naar binnen toen de deur open ging en sloeg toe. Zelfs toen hij werd overmeesterd, bleef hij steken.
Hoewel de verdachte zelf handelde uit ideologische motieven, is er in het onderzoek geen aanwijzing naar voren gekomen dat anderen hierbij betrokken waren of dat hij hierin is aangestuurd door de Orde der Transformanten. Deskundigen hebben geen stoornis bij hem kunnen vaststellen. Wel is er bewijs voor poging moord, aldus de officier van justitie. Hij eist hiervoor een gevangenisstraf van 10 jaar. Daarnaast moet de vordering van het slachtoffer van ruim tienduizend euro worden toegewezen.
