De officier van justitie van het arrondissementsparket Oost Brabant heeft vandaag een jeugddetentie van 24 maanden geëist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk tegen een minderjarige verdachte voor poging tot doodslag in vereniging. De destijds 17 jarige verdachte wordt ervan verdacht op 4 januari 2013 een 22-jarige man ernstig te hebben mishandeld op de Vestdijk in Eindhoven. Deze verdachte wordt gezien als degene die het meeste geweld heeft gebruikt tegen het slachtoffer.
Een 17-jarige medeverdachte hoorde 12 maanden jeugddetentie, waarvan 8 maanden voorwaardelijk tegen zich eisen voor het medeplegen van poging tot doodslag in vereniging.
Tegen een 19-jarige verdachte heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk geëist voor openlijke geweldpleging. Ook een behandeling voor zijn agressieprobleem is in de eis opgenomen. Deze verdachte wordt niet gezien als medepleger van de poging tot doodslag, maar wel als deelnemer aan openlijk geweld.
De destijds 15-jarige verdachte moet, als het aan de officier van justitie ligt, een werkstraf van 70 uren uitvoeren voor openlijke geweldpleging met aftrek voorarrest. De verdachte heeft zelf geen actief geweld gebruikt, maar staat dicht bij het slachtoffer ten tijde van de mishandeling en distantieert zich niet. Hierdoor heeft hij bijgedragen aan versterking van het groepsgevoel en aan een sfeer van ontremming. Dit is volgens het Openbaar Ministerie strafbaar.
Geen strafvermindering na (social)media-aandacht
De officier van justitie heeft in de hoogte van de eisen geen rekening gehouden met de grote (social)media-aandacht na het tonen van de beelden van het geweldsmisdrijf. In deze zaak gaat het om een ernstig incident, extreem zinloos geweld gepleegd in een uitgaansgebied door een groep personen, met veel maatschappelijke beroering tot gevolg. De politie en het Openbaar Ministerie is er veel aan gelegen dit soort, de rechtsorde schokkende feiten, snel op te lossen.
Ruim 2 weken na het incident zijn de beelden getoond bij het opsporingsprogramma Bureau Brabant, waarna er vervolgens op internet en in de media veel aandacht voor het ernstig incident is ontstaan. Die aandacht is het directe gevolg van de impact van het buitenproportionele geweld dat door verdachten is gebruikt.
Verdachten hadden, gezien de ernst van de geweldpleging, kunnen weten dat veel in het werk zou worden gesteld om tot een oplossing van de zaak te komen. Desondanks hebben zij de keuze gemaakt zich niet te melden bij de politie en daarmee een uitzending van de beelden noodzakelijk gemaakt om tot een oplossing van de zaak te komen.
