De minister-president heeft op 9 augustus een bezoek gebracht aan Irak. Hij sprak in Bagdad en in Erbil met Nederlandse militairen. Ook had hij een gesprek met de Iraakse premier Haider al-Abadi over de strijd tegen ISIS en over de politieke en economische hervormingen die nodig zijn in het land.
Nederland is één van de 66 landen die internationaal samenwerken in de anti-ISIS coalitie. Deze coalitie werkt langs militaire en niet-militaire weg om ISIS te verslaan. In Noord-Irak trainen 125 Nederlandse militairen Koerdische Peshmerga en in Bagdad trainen ongeveer 25 militairen Iraakse Special Forces.
‘Dit zijn moedige mannen en vrouwen die onder zware omstandigheden en ver van huis werken in het belang van ieders veiligheid. Ik heb hen enorm bedankt voor hun inzet en de waardering overgebracht van het hele kabinet. Ik besef me dat het ook voor het thuisfront niet eenvoudig is’, zei Rutte na afloop van de ontmoeting met Nederlandse militairen in Bagdad.
In Erbil, Noord-Irak, sprak de minister-president uitgebreid met een groot aantal Nederlandse militairen die de Koerdische Peshmerga trainen. ‘In die gesprekken vertelden zij wat voor soort trainingen zij verzorgen, waar zij tegenaan lopen en hoe het is om zo ver van huis, onder zware omstandigheden te werken. Ik heb enorm veel respect voor deze mannen en vrouwen. Hun professionaliteit en hun persoonlijke verhalen maken zeer veel indruk. Deze mannen en vrouwen maken het verschil. In Irak, maar ook als het gaat om de veiligheid in ons eigen land. Daar mogen we met z’n allen heel trots op zijn. Zij verdienen en krijgen onze volledige steun’, aldus Rutte.
