Uit het onderzoek van de luchtvaartpolitie zijn bij de landing van de luchtballon in Almere geen strafbare feiten vastgesteld. De 26-jarige piloot uit Amersfoort heeft de landing op maandagavond 23 juli 2013 omstreeks 22.00 uur bewust ter hoogte van de Gooimeerdijk West ingezet met als doel om de snelheid van de ballon in het water af te remmen.
De opkomende wind heeft de piloot, die samen met zijn gezelschap in Amersfoort was opgestegen, parten gespeeld. Hij besloot in eerste instantie een landing te maken omdat er op dat moment geen wind was. Echter op lagere hoogte begon de wind op te steken en heeft de piloot een paar pogingen, om veilig te kunnen landen, afgebroken. Voorbij Eemnes besloot hij de mand in het water te laten landen om daarmee de te snelheid te vertragen. Dit gebeurde ongeveer 20 meter uit de kant. Als hij deze beslissing niet had genomen dan zou de ballon boven het IJsselmeer terecht zijn gekomen.
Ondanks de landingsinstructie die de piloot aan zijn passagiers had gegeven sprongen er twee uit de mand. Twee passagiers raakten gewond. Een man liep een ribfractuur op en een vrouw een verwonding in haar gezicht. Beiden zijn overgebracht naar het ziekenhuis. De vrouw is inmiddels weer thuis.
Medewerkers van de luchtvaartpolitie stelden vast dat er nog voor 25 minuten gas aan boord was. Aangezien de piloot er alles aan heeft gedaan om veilig te kunnen landen – in de vluchtvoorbereiding was deze weersomslag niet voorspeld – heeft hij niet strafbaar gehandeld.
