Nederland wordt samen met Bangladesh voorzitter van een groep van donorlanden, bedrijven en maatschappelijke organisaties die de misstanden in de textielsector in Bangladesh gaat aanpakken. Bovendien maakt minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) 9 miljoen euro vrij om met medefinanciering van de textielsector de schrijnende omstandigheden waarin textielarbeiders in Bangladesh hun werk moeten doen, te verbeteren.
‘Alle betrokken partijen – de textielsector, producenten, consumenten en overheden – moeten nu hun verantwoordelijkheid nemen om de vicieuze cirkel te doorbreken. We kunnen niet naar elkaar blijven wijzen’, aldus Ploumen die benadrukt hoe hulp en handel hier samenkomen.
Als co-voorzitter van de coördinatiegroep zal Nederland namens alle donorlanden de politieke dialoog voeren met de Bengaalse overheden en werkgeversorganisaties om de internationale inspanningen op dit gebied coördineren en monitoren.
In Nederland spreekt minister Ploumen met de betrokken bedrijven en organisaties om te komen tot een concreet gezamenlijk plan van aanpak met meetbare doelen met een duidelijke tijdslijn. De sector verwacht dit plan in juni gereed te hebben. Bovendien wil minister Ploumen nog steeds met een delegatie van Nederlandse textielbedrijven, vakbonden en maatschappelijke organisaties naar Bangladesh afreizen. In Brussel zal ze met de EU handelsministers de situatie in Bangladesh bespreken en hen oproepen om tot een Europees actieplan te komen.
‘We mogen niet accepteren dat textielarbeiders enorme veiligheidsrisico’s moeten lopen om voor ons spijkerbroeken en t-shirts te maken. Een lage prijs mag niet ten koste van alles gaan. En dan te beseffen dat van een t-shirt van tien euro slecht 50 cent naar de producent gaat. Deze race naar de laagste prijs moet stoppen’.
