En ook in Venlo-Noord loopt inmiddels een pilot. De resultaten zijn positief en besloten is om het aantal sociale wijkteams uit te breiden tot twaalf in januari 2015. De gemeente doet dit gezamenlijk met het Zorgkantoor, zorgverzekeraar VGZ en diverse partners op het gebied van werk, wonen, welzijn en zorg.
“Mensen willen zolang mogelijk zelf de regie houden over hun eigen leven en blijven meedoen aan de samenleving. Dit lukt niet altijd op eigen kracht, bijvoorbeeld vanwege een beperking of chronische ziekte. Soms is ondersteuning van anderen prettig en ook nodig. Met de sociale wijkteams organiseren we die ondersteuning direct bij de mensen in de buurt”, vertelt wethouder Ramon Testroote.
Eén aanspreekpunt in de wijk In het sociaal wijkteam werken verschillende zorg- en dienstverleners (bijvoorbeeld praktijkondersteuner van de huisarts, maatschappelijk werker, Werk- Inkomen- en Zorgcoach, buurtcoördinator, woningcorporatie en de wijkverpleegkundige) samen. Ze werken letterlijk in de wijk, dichtbij de bewoners, kennen de wijk en gaan persoonlijk in gesprek met inwoners over de ondersteuningsvraag. Daardoor ontstaat er een beter beeld over de mogelijkheden en talenten van de bewoner, over hun omgeving en de voorzieningen die er in de wijk allemaal zijn. Op deze manier worden zorg en welzijn met elkaar verbonden.
Het bijzondere aan deze aanpak is dat de inwoner te maken krijgt met één aanspreekpunt in de wijk. Thuis aan de keukentafel of op een rustige plek in de eigen buurt wordt de ondersteuningsvraag besproken en bekijken ze samen welke oplossingen er mogelijk zijn.
Ondersteuning moet anders Wethouder Testroote legt uit waarom het noodzakelijk is dat we de ondersteuning van onze kwetsbare inwoners totaal anders gaan aanpakken: “In de praktijk blijkt dat het ondersteuningsaanbod nu lang niet altijd aansluit bij de werkelijke vraag en behoefte van onze inwoners. We werken met ingewikkelde regels. Medewerkers zijn te veel bezig met administratie en het afleggen van verantwoording. Inwoners krijgen daardoor niet altijd wat ze écht nodig hebben, als ze om zorg of ondersteuning vragen. Ook komt het voor dat er meerdere hulpverleners naast elkaar in een gezin actief zijn. Krachten worden niet gebundeld. Daarnaast weet iedereen dat de kosten in de zorg stijgen en de budgetten slinken. Gemeenten krijgen er vanuit het Rijk extra taken bij die ze met veel minder geld moeten uitvoeren. Het roer moet dus om. We zullen moeten besparen op de kosten, maar we willen de ondersteuning ook efficiënter maken. Met het sociaal wijkteam kan dat.”
Ondersteuningsvragen worden door het sociaal wijkteam bekeken vanuit de vraag wat mensen, met behulp van hun netwerk nog wél kunnen of kunnen leren. Daardoor kunnen we betere, meer voor de hand liggende oplossingen bedenken. Ook gaan we voor die oplossingen veel meer kijken naar de mogelijkheden van de inwoner zelf of van diens directe omgeving, want in het eigen sociale netwerk of de wijk is vaak ook al veel samen op te lossen. Pas als het echt nodig is kijken we naar professionele ondersteuning. Annemieke van Hees van zorgverzekeraar VGZ geeft aan dat er ook een verbinding is met eerstelijnszorg (o.a. huisartsen): “Oplossingen zijn vooral van algemene aard, maar waar nodig wordt opgeschaald naar specialistische kennis. Door de aanwezigheid van de wijkverpleegkundige en de praktijkondersteuner van de huisarts in het wijkteam wordt medische problematiek tijdig gesignaleerd. Op deze manier kunnen we ervoor zorgen dat de professionele zorg en ondersteuning bij die mensen terecht komt die het ook echt nodig hebben.”
De sociale wijkteams zijn gekoppeld aan de Huizen van de Wijk, en worden evenwichtig verspreid over Venlo. Met deze werkwijze heeft de burger één entree tot ondersteuning op het gebied van werk, wonen, welzijn en zorg. Het sociaal wijkteam is daarmee een belangrijk instrument om de nieuwe taken die vanuit het Rijk overgeheveld worden naar de gemeenten, namelijk de jeugdzorg, de AWBZ en de Participatiewet, goed uit te kunnen voeren.
