Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland eist celstraffen van 4 en 12 jaar tegen twee van de drie verdachten die in augustus vorig jaar betrokken waren bij de overval op een woning in Voorthuizen. Op 8 augustus 2012 vond tussen 21.30 uur en 23.00 uur een gewapende overval plaats in een woning aan de Zevenbergjesweg in Voorthuizen. Bij de overval raakten de beide bewoners gewond en raakte ook één van de overvallers gewond. De overvaller overleed diezelfde avond nog aan zijn verwondingen. Naar aanleiding van de overval werd direct een grootschalig onderzoek gestart. In de loop van het onderzoek zijn drie verdachten aangehouden, een 28-jarige vrouw uit Arnhem, een 26-jarige man uit Beekbergen en een 34-jarige man uit Culemborg.
Uit de verklaringen van de bewoners blijkt dat er in de avond van 8 augustus jl. bij hen werd aangebeld/ aangeklopt door een vrouw die vroeg of ze naar de wc mocht. Kort daarop worden de twee bewoners overvallen door drie mannen. De overvallers schreeuwden onder meer om motorsleutels, pinpas en om geld. Daarbij worden de bewoners geschopt en geslagen en richt één van de overvallers een vuurwapen op hen. Vervolgens roept één van de overvallers: “schiet hem dood” waarna een andere overvaller de mannelijke bewoner meermalen in zijn been schiet.
Volgens het Openbaar Ministerie is niet onomstotelijk te bewijzen wie van de overvallers geschoten heeft, maar is voor alle overvallers zichtbaar en kenbaar geweest dat één van hen over een vuurwapen beschikte en dit ook gebruikte. Iedere verdachte heeft daarom ook het gebruik van het vuurwapen bij de overval kunnen en moeten verhinderen en door dat niet te doen maken zijn zich schuldig aan medeplegen. Het Openbaar Ministerie vervolgt daarom de twee verdachten uit Arnhem en Culemborg voor het medeplegen van afpersing en/of diefstal met geweld. De 26-jarige man uit Beekbergen wordt daarnaast ook verdacht van een overval in Zeist (eveneens op 8 augustus jl.) en het pinnen van grote sommen geld in Odijk (gemeente Bunnik), met de bij die overval buitgemaakte pinpasjes.
De overvallers vluchtten na de overval op de woning in Voorthuizen, maar één van hen wordt later op enkele honderden meters van de woning zwaar gewond aangetroffen. Hij overlijdt dezelfde avond nog aan zijn verwondingen. De bewoners zijn in eerste instantie aangehouden in verband met de dood van de overvaller, maar in maart dit jaar is besloten om de bewoners niet verder te vervolgen. Uit onderzoek is gebleken dat één bewoner niet betrokken is geweest bij enige geweldshandeling tegen de overvaller. De andere bewoner wordt niet vervolgd omdat er gehandeld is uit noodweer.
Volgens de officier van justitie hebben de overvallers zich schuldig gemaakt aan een overval van de zwaarste categorie. Het gaat om een brute, gewapende overval waardoor een ander gedwongen is om geweld te gebruiken en waardoor zelfs een dode is gevallen. Het Openbaar Ministerie kan dan ook niet anders dan een forse gevangenisstraf vragen. Daarbij laat de officier ook meewegen dat de mannelijke verdachte geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden. Alleen de vrouwelijke verdachte heeft enig inzicht gegeven in het gebeuren. Maar zij is ook degene geweest die het mogelijk maakte dat haar medeverdachten vrij gemakkelijk de woning in konden komen en zij heeft niets gedaan om de overval te stoppen. De officier eist daarom gevangenisstraffen van 12 jaar tegen de 26-jarige man uit Beekbergen en een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, tegen de 28-jarige vrouw uit Arnhem. Tegen haar zijn ook bijzondere voorwaarden geëist; ambulante behandeling, alcohol- en drugsverbod en een meldingsgebod.
De zaak tegen de 34-jarige man uit Culemborg is aangehouden wegens ziekte van de advocaat.
