Klagen

Stel dat er in zo’n achterlijk spelletje op televisie wordt gevraagd wie ooit de uitvinder van het “klagen” is geweest, dan kan het punten scorende antwoord niet anders wezen dan “Wij Nederlanders”. We kunnen er wat van. Sterker nog: we lusten er wel pap van. We beheersen het zo goed, dat we zelfs over deze pap nog kunnen klagen.
Afgelopen week meldde zich een collega terug van vakantie en toen ik zijn chagrijnige hangbek zag, wist ik al genoeg. Ik heb nog geprobeerd hem te ontwijken maar dat mislukte jammerlijk. Gevolg: een klaagzang van hier tot in de Pyreneeën waar hij met zijn gezin op vakantie was geweest.

Hij had op de heenweg in de file gestaan, het was snikheet, zijn kinderen waren oervervelend, zijn vrouw kon geen kaartlezen. Het huisje was smerig, de supermarkt te ver weg, het zwembad te koud, zijn auto vertoonde kuren, de benzine was best prijzig en de bewoners van de caravan naast hem draaiden overuren tijdens de nacht. “Gesteun en gekreun, tot in de ochtend”.

Op de vraag of hij ook nog iets positiefs te melden had verscheen er plotseling een zure glimlach rond zijn mond. De terugreis was fijn. Maar dat genot was van korte duur want toen ze thuis aankwamen bleek de tuin vol onkruid gegroeid, lag de gang bezaaid met reclamefolders en stonk het in huis naar kattenzeik. Verder was het wel een leuke vakantie geweest.
Klagen, we doen het elk moment van de dag, dag in dag uit, week in week uit, mensenleven in mensenleven uit.

Ik moest vorige week even naar de dokter. De wachtkamer zat vol en ja hoor, het geklaag was niet van de lucht. Het ging over de wachttijd, over de dokter, over de assistente, over het eigen risico, over het plaatselijke ziekenhuis wat zo slecht bereikbaar was…

Vervolgens waren de individuele kwalen aan de beurt. Van verkoudheden tot vaginale schimmels en van open wonden tot ontwrichte schouders. Een klaagzang van elf coupletten inclusief een refrein om van te janken.

Maar daar blijft het niet bij. We klagen ook over de sociale aspecten van het leven. Over het gedrag van onze buren, over de gemeente, over de overheid. Over “hun” die meer krijgen dan “wij” verdienen. Over de exorbitante brandstofprijzen, de hoge belastingen en de veel te hoge huren die we amper nog kunnen ophoesten…

Maar gelukkig zijn er hier en daar nog landgenoten die je niet hoort. Dat zijn mensen die eigenlijk alle reden hebben tot klagen maar dat niet doen omdat ze beseffen dat het je toch niet verder helpt. Mijn moeder bezigde binnen dat kader ooit een tegeltjeswijsheid: “Niet klagen maar dragen en bidden om kracht”. Mijn moeder was een wijs mens.

Brompot.

  • Rio

    Ik kan me de top 40 deun nog herinneren: ‘Rio de Janeiro’ van de dames Maywood…
  • Appie Happie

    Vanochtend las ik in de krant een stukje over de ervaring van de Nederlandse horeca met de…
  • Winkelleed

    Ik moet wel eens boodschappen doen. Niet zo heel vaak, maar er zijn van die momenten dat i…
Laad meer Column: Brompot

Geef een reactie

Bekijk ook

Rio

Ik kan me de top 40 deun nog herinneren: ‘Rio de Janeiro’ van de dames Maywood…