De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft vandaag in hoger beroep 14 jaar cel geëist tegen een man die ervan wordt verdacht op 9 april 2011 in Rotterdam een 31-jarige man te hebben doodgeschoten.
De dodelijke schietpartij vond plaats op de Dorpsweg. Het slachtoffer stond die dag bij een tramhalte. De verdachte zat in een passerende auto. Hij besloot uit te stappen om, zo blijkt uit zijn verklaring, de man te vertellen dat er een eind aan de bedreigingen moest komen. Omdat hij dacht dat de ander naar een vuurwapen greep, pakte hij zijn eigen wapen. Het slachtoffer werd uiteindelijk geraakt door twee kogels.
In de visie van het OM heeft verdachte gehandeld met voorbedachte raad en is daarmee sprake van moord. “Er is geen enkele aanwijzing voor een hevige gemoedsbeweging bij verdachte. Hij is rustig op het slachtoffer af gelopen om te praten. Ook op het moment van schieten was verdachte ogenschijnlijk rustig. Daarbij heeft hij, nadat het eerste schot gevallen was, rustig de tijd genomen om een tweede keer te schieten. Dit doet een kille afrekening vermoeden. Na het schieten deed hij zijn capuchon op en liep relatief rustig terug naar zijn auto. Dit past ook niet bij een hevige gemoedsbeweging en een opwelling”, aldus de advocaat-generaal op de zitting.
Het OM vindt dat alleen een zeer lange celstraf recht doet aan de ernst van het feit. “Een 31-jarige man, vader van vier kinderen, is als gevolg van de schietpartij om het leven gekomen. Dit heeft veel leed veroorzaakt bij de kinderen en hun moeder. En wat er ook aan vooraf is gegaan, het is nooit te rechtvaardigen dat een persoon in koele bloede wordt doodgeschoten. En dat op klaarlichte dag, midden op straat, in het bijzijn van een heleboel mensen. Verdachte verklaart dat zijn schieten te maken heeft met een incident dat eerder heeft plaatsgevonden. Eigenrichting echter kan en mag niet plaatsvinden en moet bestraft worden”, aldus de advocaat-generaal op de zitting.
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot 12 jaar cel na een eis van de officier van justitie van 16 jaar cel. Het OM en de verdachte stelden hoger beroep in. Het hoger beroep van het OM richt zich tegen de hoogte van de opgelegde celstraf.
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.
