De politie hield vrijdagmiddag 27 februari twee vrouwen aan op de Weversplaats onder meer voor mishandeling van agenten. Agenten namen poolshoogte na een melding dat een kind mogelijk mishandeld was, waarna de situatie uit de hand liep en de twee vrouwen agenten beten, krabten en bespuugden.
Rond 17.00 uur liepen twee agenten op de Weversplaats toen zij werden aangesproken door een voorbijganger die zei dat zojuist een vrouw een klein kind heel hard in het gezicht had geslagen. Deze vrouw zou nu in de richting van de Grote Marktstraat lopen. De agenten zagen de vrouw – een 30-jarige Haagse – lopen met een jong kind en een andere vrouw – een 59-jarige vrouw uit Georgië. Zij spraken de jongere vrouw aan en vroegen haar wat er gebeurd was en of ze zich kon identificeren. De vrouw schreeuwde dat niemand zich met haar moest bemoeien en ze weigerde meerdere malen zich te identificeren. Toen één van de agenten het jongetje wilde bekijken trok de oudere vrouw snel de capuchon over zijn hoofd. Nadat de jongere vrouw vervolgens bleef weigeren om mee te werken besloten de agenten haar aan te houden. Hierop begon de vrouw zich hevig te verzetten. Bij haar aanhouding werd één van de agenten in het gezicht gespuugd, gebeten en gekrabt, maar uiteindelijk wisten de agenten haar onder controle te krijgen. De andere vrouw bemoeide zich ook met de aanhouding en belaagde de agenten. Twee toevallig passerende agenten in vrije tijd zagen dit gebeuren en hielden de andere vrouw op afstand. Hierbij beet de vrouw één van hen in de hand, waarna ook zij werd aangehouden. Tijdens de rit naar het bureau krabte de jongere vrouw nog de vinger van een andere agent open. Het jongetje werd opgevangen op het politiebureau en werd daarna door familie opgehaald.
