De officier van justitie van parket Den Haag heeft op basis van het onderzoek van de Rijksrecherche naar het lekken van namen van kandidaten voor de functie van Nationale ombudsman besloten GroenLinks Tweede Kamerlid L.G.J. (Linda) Voortman niet te vervolgen wegens schending van het ambtsgeheim. Uit onderzoek is gebleken dat zij ten onrechte als verdachte is aangemerkt. Er zijn geen andere verdachten in het onderzoek naar voren gekomen.
Op 2 juli 2014 deed de Voorzitter van de Tweede Kamer mw. A. van Miltenburg aangifte naar aanleiding van het lekken van namen van kandidaten naar de media middels een anonieme e-mail.
De Rijksrecherche is daarna een breed onderzoek gestart onder leiding van de officier van justitie. Hierbij zijn meerdere getuigen en betrokkenen gehoord en is technisch onderzoek verricht. Een aantal Kamerleden had op verzoek inzage gehad in vertrouwelijke stukken waarin namen stonden van kandidaten voor de functie van Nationale ombudsman. Kamerlid Voortman was één van hen. Zij kwam in het onderzoek als verdachte in beeld doordat zij verklaarde over de inhoud van de stukken te hebben gesproken met andere Kamerleden, onder wie Kamerleden die niet zelf de vertrouwelijke stukken hadden ingezien.
Op basis van het onderzoek van de Rijksrecherche is niet vast komen te staan wie degene is geweest die de anonieme e-mail naar de media heeft gestuurd. Wel is duidelijk geworden dat Kamerlid Voortman vanuit de stukken die zij heeft kunnen inzien geen wetenschap kan hebben gehad van één van de namen die in de e-mail worden genoemd. Het OM gaat er daarom vanuit dat Kamerlid Voortman niet degene is geweest die deze mail heeft verstuurd. Zij wordt hiervoor dan ook niet vervolgd.
Ook kan Kamerlid Voortman wat het OM betreft geen strafrechtelijk verwijt worden gemaakt van het feit dat zij vertrouwelijke informatie heeft besproken met andere Kamerleden. In de regelingen die de Tweede Kamer heeft ten aanzien van de omgang met vertrouwelijke stukken is namelijk niet opgenomen dat het niet is toegestaan om de inhoud van vertrouwelijke stukken te bespreken met collega-Kamerleden die hetzelfde recht hebben op inzage in die stukken. De voorschriften spitsen zich toe op het verbod om te kopiëren, fotograferen, maken van aantekeningen of citeren. Volgens het OM heeft het citeerverbod geen betrekking op het bespreken van deze informatie met collega-Kamerleden. Ook ten aanzien van dit verwijt wordt de zaak tegen Kamerlid Voortman geseponeerd.
