OM eist in hoger beroep tot 18 maanden cel voor uitbuiting jonge vrouw in Den Haag

Het OM vindt dat op grond van het dossier bewezen kan worden dat verdachten zich in een periode van 9 dagen in oktober 2011 schuldig hebben gemaakt aan uitbuiting van een destijds 18-jarig kwetsbaar meisje, dat was weggelopen uit een jeugdinstelling. Zij hebben haar onderdak in een kelderbox verschaft en gezorgd dat zij seksklanten kreeg naar wie zij werd toegebracht. Het door haar verdiende geld moet zij (grotendeels) aan verdachten afgeven. In de visie van het OM had de mannelijke verdachte een min of meer sturende of regelende rol. De vrouwelijke verdachte heeft actief meegewerkt aan het optreden van het slachtoffer als prostituee. Zij maakte foto’s van haar, plaatste deze op internet, reed mee naar klanten en nam het geld in ontvangst.

De advocaat-generaal vindt dat de geëiste celstraffen recht doen aan de ernst van het feit en de rollen die beide verdachten bij dit feit hebben gepleegd. “ Verdachten hebben zich schuldig gemaakt aan mensenhandel, een mensonterend strafbaar feit. In plaats van ervoor te zorgen dat het meisje werd opgevangen, dat zij regulier onderdak kreeg (en niet in een kelderbox hoefde te verblijven) en dat zij naar hulpverlenende instanties werd verwezen, droegen verdachten er toe bij dat het meisje haar heil moest zoeken in de prostitutie terwijl verdachten financieel van haar profiteerden. Een deels voorwaardelijke gevangenisstraf moet erop gericht dat verdachten zich in de toekomst niet meer met mensenhandel of andere strafbare feiten bezig zullen houden”, aldus de advocaat-generaal op de zitting.

De rechtbank veroordeelde de mannelijke verdachte tot 12 maanden cel waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De verdachte stelde hoger beroep in. De vrouwelijke verdachte werd door de rechtbank vrijgesproken. Het OM stelde hoger beroep in.

Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.