De advocaat-generaal (OM) in Den Bosch handhaaft in hoger beroep de eis van 12 jaar cel tegen de man die ervan wordt verdacht Elsa Tisseur op 9 september 2010 van het leven te hebben beroofd.
De verdachte was de partner van het slachtoffer. De eis werd al eerder, op 19 juni 2014, gedaan maar de zaak werd daarna aangehouden om nog een aantal getuigen te horen. Deze getuigenverhoren maken het standpunt van het OM in juni jl. niet anders.
De vrouw verdween op 9 september 2010. Het levenloze lichaam van de vrouw werd op 13 december 2010 door een voorbijganger gevonden in een bosperceel in Wijbosch. Het is niet helemaal duidelijk geworden hoe en aan welke handeling het slachtoffer is overleden. De conclusies van de pathologen zijn verschillend. Welke handeling het ook is geweest, in de visie van het OM is er in het dossier voldoende bewijs aanwezig dat de verdachte verantwoordelijk is voor de handeling die heeft geleid tot haar dood.
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot 12 jaar cel voor doodslag na een eis van de officier van justitie van 16 jaar cel voor moord. Het OM en de verdachte stelden hoger beroep in. Het hoger beroep van het OM richtte zich tegen de kwalificatie en de strafmaat. Gezien de inmiddels strengere eisen die de Hoge Raad aan het bewijzen van de voorbedachte raad stelt, is de advocaat-generaal van mening dat de rechtbank terecht tot een bewezenverklaring van doodslag is gekomen. “De eisen die door de huidige rechtspraak aan de voorbedachte raad worden gesteld, zijn hoog. Je moet bij wijze van spreken uit de mond van de verdachte horen wat hij dacht en waarom hij zo handelde. Nu deze verdachte ontkent iets met de dood van de vrouw van doen te hebben, moeten we afgaan op andere bewijsmiddelen in het dossier. Die geven wat het OM betreft onvoldoende houvast”, aldus de advocaat-generaal op de zitting. Gezien de kwalificatie van doodslag vindt de advocaat-generaal de door de rechtbank opgelegde straf van 12 jaar passend en geboden.
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.