De advocaat-generaal (OM) in Arnhem heeft vandaag in hoger beroep 12 jaar gevangenisstraf geëist tegen een 25-jarige man die ervan verdacht wordt zijn (ex)-vriendin om het leven te hebben gebracht in de nacht van 10 op 11 december 2010 in Almelo.
Op 12 december 2010 werd het levenloze lichaam van het 23-jarige slachtoffer gevonden in haar woning in Almelo. Haar bijna 2-jarige dochter werd deze zondag alleen in haar kamer aangetroffen. Uit onderzoek is gebleken dat het slachtoffer in de nacht van vrijdag op zaterdag is overleden.
Het OM is van mening dat de verdachte op 10 december 2010 bij het latere slachtoffer op bezoek is geweest en haar toen om het leven heeft gebracht. Hij wist dat het slachtoffer alleen thuis was en uit onder andere MSN contact blijkt dat zij laat op de avond afgesproken hadden bij haar thuis. Het lichaam van het slachtoffer zat vol met sporen van de verdachte. Op de kleding van verdachte zijn bloedsporen van het slachtoffer aangetroffen. Kort na het delict beschikte de verdachte over daderinformatie.
Het OM acht doodslag bewezen. ‘Er heeft een worsteling plaatsgevonden. Uit verschillende sporen blijkt dat het slachtoffer is gewurgd door de verdachte. Het gaat hier om handelen vanuit een gemoedsopwelling waarbij de opzet op de dood afgeleid kan worden uit het geweld dat heeft plaatsgevonden. Het is een feit van algemene bekendheid dat het dichtknijpen van de keel de dood tot gevolg kan hebben en in dit geval heeft gehad. De verdachte en het slachtoffer hadden een moeizame relatie, waarbij de verdachte geweld gebruikte tegen haar. Kort voor de dood van het slachtoffer was het tussen hen ook al geëscaleerd en is verdachte aangehouden voor huiselijk geweld’, aldus de advocaat-generaal tijdens het requisitoir.
Bij de strafeis is rekening gehouden met de ernst van de feiten. ‘De verdachte heeft een jonge vrouw, moeder van een jonge dochter, om het leven gebracht. Haar dochter was op dat moment in de woning aanwezig en bleef alleen achter. De verdachte heeft op vrij jonge leeftijd documentatie, ook op het gebied van geweldsdelicten. Hij wil niets vertellen over de feiten waarvan hij wordt verdacht. De verdachte heeft in het geheel niet mee willen werken aan een nader onderzoek door de NIFP naar zijn geestesgesteldheid. Om herhaling te voorkomen is het noodzakelijk dat aan de verdachte een gevangenisstraf van zeer lange duur wordt opgelegd. De maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) wordt niet gevorderd nu deskundigen hebben aangegeven dat de verdachte volledig toerekeningsvatbaar was ten tijde van het plegen van het feit’, aldus de advocaat-generaal.
De rechtbank veroordeelde de verdachte eerder tot 9 jaar cel en TBS, conform de eis van de officier van justitie. De verdachte was het niet eens met de uitspraak en stelde hiertegen hoger beroep in.
