De gemeente Maastricht start in 2015 een drie jaar durende proef met duurzame stadsdistributie in het stadsdeel Wyck. De gemeente heeft daartoe met het ministerie van Infrastructuur en Mobiliteit een zogeheten Green Deal Zero Emission Stadslogistiek gesloten. De gemeente kan daarbij met behulp van kennis van het ministerie een proef uitvoeren met minder en schonere bevoorradingsvoertuigen. Het doel is het reduceren van CO2-uitstoot. De gemeente wil met de proef ook de verkeershinder van de bevoorrading terugdringen en de bereikbaarheid verbeteren. De proef wordt uitgevoerd samen met de werkgroep Wyck (waarin onder meer Centrummanagement Maastricht, Ondernemers Initiatief Wyck en bewoners deelnemen) en twee landelijke vervoersorganisaties TLN (Transport en Logistiek Nederland) en EVO (Eigen Vervoerders Organisatie).
“Het mes snijdt aan meerdere kanten. Er worden minder en schonere voertuigen ingezet. Dat is niet alleen goed voor het milieu, er zijn ook minder verkeersbewegingen. En dat is goed voor de leefbaarheid en het woongenot. Minder verkeershinder komt bovendien de aantrekkelijkheid van het stadsdeel ten goede en dat is weer voordelig voor ondernemers,” aldus John Aarts, wethouder Mobiliteit van de gemeente Maastricht.
Green Deal 2015 – 2020
De Green Deal is een afspraak gemaakt tussen landelijke en lokale overheden, vaak in samenwerking met maatschappelijke organisaties of bedrijven. De landelijke overheid biedt kennis en kunde aan en is bereid technische of juridische belemmeringen weg te nemen. In ruil daarvoor kunnen gemeenten aan de hand van proeven (zogeheten ‘living labs’) experimenteren met duurzame en innovatieve mobiliteitstoepassingen. De gemeente Maastricht heeft voor vijf jaren – 2015-2020 – een Green Deal Zero Emmission Stadslogistiek gesloten. Het primaire doel is het reduceren van CO2 en fijnstof.
Innovatieve stadsdistributie
Met de proef wil de gemeente een innovatieve en duurzame bevoorrading van het stadsdeel Wyck ontwikkelen. Zo wordt bijvoorbeeld bekeken of meer kleiner elektrisch bevoorradingsmaterieel in kan worden gezet en een voorrangsregeling voor schone voertuigen kan worden ontwikkeld (bijvoorbeeld: schoon vervoer mag buiten de bepaalde (venster)tijden laden en lossen). Daarnaast wordt gekeken naar alternatieve laad- en losplekken en zal worden geëxperimenteerd met nieuwe vormen van laden en lossen.
