Fagellopen vrijdag reikte burgemeester Hoes het Teken van Verdienste uit aan prof.dr. Wiel Kusters, met emeritaat (sinds 1 juni 2012) als hoogleraar algemene en Nederlandse letterkunde a.d. Universiteit Maastricht – faculteit der cultuur- en maatschappijwetenschappen. De prestaties en verdiensten van de heer Kusters (geb. 1 juni 1947) voor de Universiteit Maastricht (en in het bijzonder de faculteit der cultuurmaatschappijwetenschapp
Prof. dr. Wiel Kusters is niet alleen een maatschappelijk betrokken wetenschapper; hij is vooral ook schrijver en dichter en geniet – in die kwaliteit – internationale bekendheid.
Academische carrière
1973 studeert aan de Universiteit van Utrecht cum laude af in de Nederlandse taal en letterkunde
1986 promoveert op het proefschrift ‘De killer; poëzie en poëtica van Gerrit Kouwenaar.’
1986 en 1987 bijzonder hoogleraar aan de Freie Universität Berlin
1989 bijzonder hoogleraar
1991 tot en met 1993 decaan van die faculteit. Hij heeft daar een leidende en toonaangevende rol vervuld
bij de oprichting en de uitbouw van de vakgroep Letteren en Kunst.
Hij stond er aan het begin van het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van literatuur in Limburg
en legde daarbij grensoverschrijdende contacten met instellingen voor hoger en wetenschappelijk
onderwijs in Aken, Luik en Hasselt.
1991 gewoon hoogleraar aan de net opgerichte faculteit Cultuurwetenschappen van de Universiteit
Maastricht
Dhr. Kusters vervulde zijn hoogleraarschap aan de faculteit tot en met zijn emeritaat op 1 juni 2012.
Literaire activiteiten
De heer Kusters is in de niet-academische wereld vooral bekend als dichter, maar ook als essayist, publicist, schrijver én vertaler van poëzie. Zijn bibliografie anno 2012 beslaat 3 flinke delen, hetgeen alles zegt over zijn geweldige productiviteit:
Poëziebundels: De heer Kusters publiceerde een groot aantal poëziebundels, zoals het gedicht ‘De 7
poorten van Maastricht’ bij gelegenheid van het Verdrag van Maastricht (2004) en een
vernieuwde tekst voor de Passiespelen van Tegelen (2005);
Kindergedichten
Biografie van de Maastrichtse dichter Pierre Kemp (2010)
Gedichten: de gedichten die hij maakte voor de (semi)openbare ruimte in de stad op de volgende plekken:
het Theater aan het Vrijthof (‘Kwatrijn’), de kantine van het slaaphuis van het Leger des Heils
(‘Kwatrijn’), de buitenmuur van de voormalige Bordenhal – nu het Theater van Toneelgroep
Maastricht (‘Bordenhal; Het Vervolg’), het Jekerpark (‘Wandeling’), de Universiteitsbibliotheek
a.d. grote Looiersstraat (‘Kwatrijn’), café In den Oude Vogelstruys (‘Kwatrijn’) en het
Kruisherenhotel (‘Visioen’) en zijn vele gedichten en literaire studies over het Limburgse
mijnwerkersleven.
Samen met de schrijvers / dichters Benno Barhard en Huub Beurskens werkt hij op dit moment aan een vertaalde bloemlezing van het werk van de dichter, essayist en literatuurcriticus W. H. Auden (1907 – 1973).
Functies binnen het domein van de literatuur:
– lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde én mede-oprichter en eerste voorzitter van MNL – afdeling Maastricht;
– redacteur van de volgende tijdschriften: De Gids, Tijdschrift voor Geneeskunde en Ethiek, het literaire tijdschrift DWB (als kruisbestuiving tussen fotografie, architectuur en theater), het Tijdschrift voor de Nederlandse Taal en Letterkunde en het TV-programma ‘Boeken’.
– Was / is als literair medewerker verbonden aan: de NRC, de Volkskrant, L1 en de KRO.
Activiteiten op cultureel – maatschappelijk terrein
– Dhr. Kusters was / is kroonlid van de Raad voor Cultuur (portefeuillehouder Letteren) en voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Restauratie Atelier Limburg.
– Hij was / is voorzitter dan wel lid van de volgende jury’s: de P.C. Hooftprijs, de VSP Poëzieprijs en de Henriëtte Roland Holstprijs en de Geertjan Lubberhuizenprijs.
Onderscheidingen
– 1990 de Sphinx-cultuurprijs
– 2007 de eremedaille van de provincie Limburg
– 2010 werd hij benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau.
De stedelijke onderscheiding het Teken van Verdienste wordt uitgereikt ‘om waardering uit te spreken aan personen die met jarenlang engagement een functie hebben bekleed binnen een overheidsorgaan of organisatie die van groot belang is voor het bestuurlijke, economische, culturele of sociale functioneren van de stad.’