De advocaat-generaal heeft in hoger beroep een celstraf van acht jaar en tbs met verpleging geëist tegen een inmiddels 25-jarige man uit Lelystad. In de visie van het OM heeft de man zich schuldig gemaakt aan moord op een 34-jarige man uit Lelystad op 29 juli 2014 in Lelystad. Verdachte en het slachtoffer kenden elkaar.
Op de bewuste dag kwam omstreeks 10:13 uur bij de politie Lelystad een telefonische melding binnen van het slachtoffer dat hij kort daarvoor in zijn woning met een groot mes in zijn linkerzij was gestoken. Een aantal uren later overleed het slachtoffer. Het slachtoffer heeft nog kunnen zeggen dat er werd aangeklopt, hij vervolgens de voordeur opendeed en dat hij verdachte voor de deur stond.. Hij had tegen de verdachte gezegd dat hij niet welkom was. toch kwam hij de woning binnen, liep achter hem aan en stak hem in de zij. Verdachte werd dezelfde dag nog aangehouden voor dit steekincident. Het mes bleek verdachte te hebben gestolen bij de Marskramer.
De advocaat-generaal is van mening dat verdachte heeft gehandeld met voorbedachte raad en dat daarmee sprake is van moord. “Verdachte is met een gestolen mes naar het huis van het slachtoffer gegaan, terwijl hij wist dat hij daar niet welkom was. Vervolgens heeft hij het slachtoffer plotsteling, zonder directe aanleiding, van achteren gestoken. Verdachte heeft gehandeld vanuit een door hem van tevoren genomen besluit. Hij heeft immers verklaard dat hij het mes heeft gestolen om het slachtoffer neer te steken en daar onderweg ook nog over te hebben nagedacht. Er is dus in de visie van het OM ook tijd geweest om na te denken over de consequenties van zijn handelen en zich daarvan rekenschap te geven. Hij heeft verklaard dat hij dat ook heeft gedaan. Door een zo diepe steek toe te brengen in de romp van het lichaam van het slachtoffer heeft verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat het slachtoffer als gevolg van deze steekwond het leven zou laten.”
De geëiste straf en maatregel zijn op zijn plaats, zo vindt de advocaat-generaal. “Hij heeft het slachtoffer het leven ontnomen en zijn nabestaanden daarmee onbeschrijfelijk veel leed toegebracht. Geen enkele straf doet recht aan het verdriet en het gemis dat zij voelen. Geen enkele straf brengt hem terug.” Bij het bepalen van de strafeis heeft de advocaat-generaal rekening gehouden met zijn strafblad met onder andere geweldsdelicten, zijn verminderde toerekeningsvatbaarheid, het feit dat het recidiverisico zeer hoog wordt ingeschat als hij onbehandeld blijft en met het uiteindelijke behandeladvies.
De rechtbank legde, conform de eis van de officier van justitie, dezelfde straf en maatregel op als die vandaag in hoger beroep zijn geëist.
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.
