De rechtbank veroordeelde een 24-jarige man uit Almere en een 25-jarige Amsterdammer tot gevangenisstraffen van respectievelijk 8 maanden, waarvan 2 voorwaardelijk en 20 maanden onvoorwaardelijk. Zij maakten zich schuldig aan het plegen van diverse woninginbraken.
Op 4 februari 2017 werd een inbraak gepleegd in een woning in Elspeet. De spullen die bij die inbraak waren gestolen zijn teruggevonden in een auto, die later die avond geparkeerd stond aan de Elspeterweg te Uddel. De auto stond schuin tegenover het huis geparkeerd waar eveneens die avond een inbraak werd gepleegd. De bewoonster van dat huis zag 2 mannen wegrennen die allebei een zwarte jas aanhadden met een embleem op de linkermouw. Later op de avond werd door buurtbewoners die over de inbraak in Uddel via de buurt WhatsApp zijn geïnformeerd een man met een zwarte jas aangetroffen. De man lag verborgen in de struiken in de buurt van de Elspeterweg. De mannen werden door buurtbewoners gezien en vastgehouden terwijl zij op 2 gestolen fietsen probeerden weg te komen. De politie werd gebeld en verdachten worden aangehouden.
Bewijsmiddelen
Beide mannen voldeden aan het signalement. In de auto lagen – naast de gestolen spullen uit de woning in Elspeet – ook de telefoons van de mannen. Bij de inbraak in Elspeet en in Uddel zijn voetsporen aangetroffen die qua formaat en afbeelding overeenkomen met de schoenzolen van het duo. Een van de mannen droeg een enkelband die heeft geregistreerd dat hij zijn woning in Amsterdam om 17:51 uur heeft verlaten. De rechtbank oordeelde dat uit de bewijsmiddelen moet worden afgeleid dat de mannen de inbraak in Elspeet hebben gepleegd en zij kort daarna de poging inbraak in Uddel hebben gepleegd.
Hogere straf
De opgelegde straf is hoger dan de eis van de officier van justitie. Die eiste namelijk celstraffen van respectievelijk 7 maanden gevangenisstraf waarvan 124 dagen voorwaardelijk en 15 maanden onvoorwaardelijk. Dat komt omdat de rechtbank de mannen voor meer feiten heeft veroordeeld.
