Aankomende nacht gaat de klok weer een uurtje vooruit. Het einde van de wintertijd en het begin van de zomertijd. Om 02.00 uur vannacht wordt de klok een uur vooruit gezet naar 03.00 uur. Daarmee eindigt de wintertijd, de officiële tijd die wij aanhouden, de zomertijd die nu begin is een virtuele schijn-tijd die is ingesteld om te bezuinigen op elektrische verlichting.
Duitsland was in 1916 het eerste land dat (tijdelijk) de zomertijd werkelijk invoerde, Nederland volgde in 1977 en het grootste deel van Europa daar omheen. De eerst die al sprak over energiebesparing in verband met het eerder donker en licht worden, was de Amerikaanse wetenschapper Benjamin Franklin, die nog wordt geëerd op een biljet van $100. De Nieuw-Zeelander George Vernon Hudson was echter de eerste die sprak over het bijdraaien van de klok in bepaalde maanden van het jaar. Zijn voorstel, dat overigens direct om twee uren zou gaan, haalde het niet bij het parlement. De twee uren verschil komen echter wel weer terug vanaf tot en met dit weekend, aangezien men op het zuidelijk halfrond de klok een uur achteruit zet in plaats van vooruit als de zomertijd in gaat.
Overigens maken de overzeese gebieden van het Koninkrijk der Nederlanden geen gebruik van de zomertijd. De tijd op Aruba, Bonaire, Curaçao, Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius blijft het gehele jaar gelijk. Reden hiervoor is dat deze landen en gemeenten binnen het Koninkrijk der Nederlanden tussen de Steenbokskeerkring en de Kreeftskeerkring liggen, waardoor de lengte van de tropendag niet voldoende varieert. Ook landen buiten de beide Poolcirkels vallen buiten het zomertijds-voordeel, aangezien de zomerdagen aan de beide polen geen nacht hebben. Delen van Canada hebben daardoor geen zomertijd, net als bijvoorbeeld IJsland, terwijl Rusland structureel de zomertijd heeft ingevoerd. Overigens is de zomertijd een typsich westers verschijnsel; In Azië, Afrika en Zuid-Amerika wordt de zomertijd slechts door weinigen gebruikt.
Bij overgang van zomer- naar wintertijd schuift de daglichtperiode een uur op waardoor het ’s ochtends eerder licht en ’s avonds eerder donker wordt. Als de zomertijd ook in de winter zou gelden dan zou het rond de jaarwisseling pas rond 9 uur ’s ochtends licht worden. Het weer stoort zich natuurlijk niet aan de verandering van de tijd, zodat ook de gemiddelde dagelijkse gang van weersverschijnselen een uur naar voren schuift. Zo wordt de hoogste temperatuur van de dag meestal enkele uren na het middaguur bereikt.
In de winter valt het warmste moment gemiddeld tussen 15 en 16 uur, maar omdat de invloed van de zon ’s winters kleiner is dan ’s zomers kan het warmste moment van de dag ook op een heel ander tijdstip vallen. Hartje winter wordt de hoogste temperatuur bij stormachtig weer soms midden in de nacht of vroeg in de ochtend gemeten.
Bronnen: Wikipedia, KNMI
