De rechtbank Oost-Brabant heeft vandaag 3 verdachten veroordeeld voor het plegen van een straatroof in ’s-Hertogenbosch. Een 19-jarige Bosschenaar en een 21-jarige man uit Zaltbommel krijgen respectievelijk celstraffen van 12 en 10 maanden, waarvan allebei de helft voorwaardelijk. Een 17-jarige Bosschenaar is voor zijn aandeel veroordeeld tot een werkstraf van 180 uur en 3 maanden voorwaardelijke jeugddetentie. De rechtbank legt een andere 17-jarige jongen een werkstraf op van 30 uur voor heling in deze zaak.
De jonge mannen uit ’s-Hertogenbosch en Zaltbommel wachtten in april vorig jaar kort na middernacht in de bosjes op een voorbij rijdende fietser. Ze sprongen met een bivakmuts op en met donkere kleding aan tevoorschijn en dwongen de passant te stoppen. Eén van de verdachten dreigde met een (nep)vuurwapen en een ander met een stroomstootwapen. Het slachtoffer moest zijn telefoon en pinpas met pincode afgeven. De 3 verdachten reden vervolgens naar een pinautomaat en probeerden te pinnen. Toen dit niet lukte, gaven ze de volgende avond de pinpas en bijbehorende code aan de andere 17-jarige jongen met de opdracht voor hen te pinnen. Dit mislukte weer.
Nauwe en bewuste samenwerking
Volgens de rechtbank was er sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de 3 verdachten, waarbij zij allemaal een significante bijdrage hebben geleverd. De vierde verdachte maakte zich schuldig aan heling door te pinnen met de gestolen pas. De jongen stelde geen vragen en keek niet naar de naam op het pasje. Volgens de rechtbank had hij kunnen en moeten vermoeden dat de pinpas gestolen was.
Langere straffen
De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straffen rekening mee dat de verdachten op straat een volstrekt willekeurig slachtoffer hebben overvallen, waarbij een stroomstootwapen en een (nep)vuurwapen zijn gebruikt. Het was voor het slachtoffer bovendien nog eens extra bedreigend dat de verdachten bivakmutsen droegen. Het slachtoffer verklaarde tijdens de zitting dat hij voor zijn leven vreesde en dat hij nog lange tijd last heeft gehad van angstgevoelens. De verdachten hielden hier op geen enkele manier rekening mee toen zij besloten snel aan geld te willen komen.
De rechtbank vindt dat de door de officier van justitie geëiste straffen de ernst van het delict onvoldoende tot uitdrukking brengen en legt daarom langere straffen op. De 19-jarige man krijgt een langere straf dan de 21-jarige verdachte, omdat hij het laakbare van zijn handelen niet inziet en daarmee geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn daad. De 21-jarige man deed dit wel. Hij betuigde tijdens de zitting spijt aan het slachtoffer en lijkt daarin oprecht te zijn. Daarnaast heeft deze verdachte bij de politie enigszins openheid van zaken gegeven.
