Een 52-jarige man moet op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) een vaste toiletpot krijgen op de eerste verdieping in zijn woning. Dat besliste de bestuursrechter van de rechtbank Oost-Brabant vandaag.
De man met chronische spasmen in beide benen en armen woont in een aangepaste eengezinswoning in Dommelen en heeft nu hij ouder wordt en zijn lichamelijke gesteldheid verder achteruit gaat, gevraagd om een extra toiletvoorziening op de bovenverdieping. Als hij boven is en last krijgt van zijn spastische darmen, kan de man namelijk niet snel genoeg met de traplift bij het toilet beneden komen. Hij verzocht in juni 2015 om een vast toilet in de badkamer. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard wees die aanvraag in november van dat jaar af. In september 2016 verklaarde het college het bezwaar van de man gegrond; hij kreeg geen vast toilet, maar een losse toiletstoel (postoel). De man stelde hier beroep tegen in.
Standpunten
De man voert – kort gezegd – aan dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn situatie en beperkingen. Wanneer hij op bed ligt, kan hij niet op tijd het toilet beneden bereiken. Bovendien kan hij de postoel niet zelf legen. Ook zou het college er onterecht vanuit zijn gegaan dat zijn partner kan helpen. De partner is vanwege een stoornis in het autistisch spectrum 40 uur per week in een dagopvang. Verder is de man bang om te vallen met de postoel, die volgens hem niet stabiel is. Hij kampt namelijk met evenwichtsproblemen. Al met al stelt de man dat de postoel geen adequate en passende voorziening is.
Het college vindt de postoel in deze situatie wel de meest goedkope, adequate en passende voorziening. De losse stoel levert een passende bijdrage aan de zelfredzaamheid en participatie van de man, zoals in het Wmo 2015 staat omschreven. Volgens het college worden de beperkingen die de man in zijn woning ervaart in aanvaardbare mate mee gecompenseerd.
Beslissing
Uit het rapport van de ergotherapeut blijkt dat de man niet in staat is van boven op tijd beneden te zijn om zijn behoefte te doen. Ook blijkt dat hij 2 weken geprobeerd heeft gebruik te maken van de postoel. Maar dit werkte niet voor de man. In het rapport staat onder meer dat de man de po niet zelfstandig kan legen maar moet wachten tot zijn partner thuiskomt, waardoor er sprake kan zijn van ernstige geur- en bacterievorming. Daarbij bestaat er volgens het rapport een reële kans dat de man valt, omdat de stoel te wankel is om zijn spasmen te kunnen opvangen. De rechtbank oordeelt daarom dat een postoel in de situatie van de man geen adequate en afdoende voorziening is en draagt het college op een vaste toiletvoorziening op de badkamer van de man te regelen.
