Het Maastricht-LAB start met een nieuwe reeks experimenten op het gebied van stadsontwikkeling in Maastricht. In het voorjaar van 2012 is het lab gestart om via een open dialoog met verschillende partijen de stadsontwikkeling nieuwe impulsen te geven. Alle gebruikers van de stad worden daarbij uitgenodigd om binnen de experimenten mee te werken, ideeën aan te reiken en samen te realiseren.
Nieuwe experimenten
In het komende jaar worden vier nieuwe experimenten binnen het Maastricht-LAB opgezet. Bij deze nieuwe experimenten staan respectievelijk ‘leegstand stadsbreed’, de aanloopstraten, en duurzame energie centraal. Bij het achtste experiment worden organisaties en burgers gevraagd een thema aan te dragen. Daarbij wordt een thema geselecteerd als laatste experiment van het lab, en in gezamenlijkheid uitgewerkt. De huidige experimenten van het LAB worden geleidelijk overgedragen aan de gemeente Maastricht of andere organisaties in de stad.
Achtergrond Maastricht-LAB
Het Maastricht-LAB zoekt naar nieuwe vormen van stadsontwikkeling, in de overtuiging dat er echt een andere tijd is aangebroken in het verder ontwikkelen en bouwen aan Maastricht. Dit vanwege het stagneren van de economische en demografische groei, maar ook doordat inwoners en ondernemers steeds meer invloed willen hebben in het gebruik en de inrichting van de stad. Dit betekent een nieuwe manier van stadsontwikkeling waarin herbestemmen, flexibiliteit, tijdelijk gebruik, geleidelijke transformatie, duurzaamheid en cocreatie centraal staan. Dat betekent ook dat er ruimte ontstaat voor nieuwe partijen om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de stad.
Tijdelijke impuls
Het Maastricht-LAB is een katalysator, een tijdelijke impuls tot 1 januari 2014, om de transitie naar de nieuwe vorm van stadsontwikkeling te stimuleren. Centraal staat het op kleine schaal zoeken naar en leren van oplossingen via nieuwe samenwerkingsverbanden, het uitwisselen van kennis en ervaringen en het doen van concrete experimenten op het gebied van stadsontwikkeling. Het LAB wil haar ervaringen dit jaar ook gaan delen met overige gemeenten in Limburg, studenten en andere partijen in het land.
Samenwerking als kern
Wethouder stadsontwikkeling Gerdo van Grootheest: ,,Het Maastricht-LAB is van alle gebruikers in de stad. Niet meer gericht op de onstuimige groei van de afgelopen jaren, maar bijvoorbeeld op herbestemming en lokale initiatieven. Of de ontwikkeling van mooi, nieuw groen in de stad. Daarmee stellen we ons als gemeente kwetsbaar op, maar tonen ook lef. De gemeente bepaalt niet langer alleen, maar is een van de reeks spelers. We zetten landelijk de toon met dit initiatief.”
Overzicht nieuwe experimenten
EXP05 Leegstand stadsbreed
Doel van dit experiment is het ontwikkelen van een strategie over hoe om te gaan met functiemigratie en leegstand stadsbreed. Door de omvang van het structurele probleem van leegstand is het niet meer zinvol om per pand te bekijken hoe het kan worden herbestemd. Daarom is het noodzakelijk om dit vraagstuk op het niveau van de stad te benaderen in plaats van enkel het niveau van het pand.
EXP06 Aanloopstraten
De problematiek van de aanloopstraten is breed bekend, en is niet alleen een Maastrichts verschijnsel. Het belang van de aanloopstraten is echter onomstreden. Doel is door het combineren van bekende voorbeelden te komen tot een nieuwe aanpak voor aanloopstraten.
EXP07 Duurzame energie
Doel van dit experiment is om een kleinschalig en zichtbaar project uit te voeren dat zich richt op duurzame energieopwekking en/of CO2-reductie. Daarbij staat het lokale initiatief centraal, van mensen die een bijdrage willen leveren aan de duurzame energietransitie. Het experiment moet resulteren in een tastbaar resultaat met een voorbeeldfunctie voor de stad.
EXP08 Open oproep
Het laatste experiment van het Maastricht-LAB wordt een open uitvraag aan de stad en regio. Organisaties en burgers worden opgeroepen zich te melden met hun idee voor een experiment binnen het LAB. Tijdens een LAB-café presenteren de initiatiefnemers hun idee en krijgen zij feedback op de plannen. De feedback kunnen de deelnemers verwerken in een definitief voorstel. Uit de definitieve voorstellen wordt een selectie gemaakt, waarbij één van de experiment wordt uitgewerkt als achtste experiment. De initiatiefnemers blijven vervolgens betrokken bij de uitwerking van het experiment.