Op zondagmiddag 21 mei, even voor half zes, wordt een man op het Mariënburg aangesproken door twee onbekende mannen. Ze stellen hem een vraag in het Engels en blijven die vraag steeds weer herhalen.
Het slachtoffer vertrouwt het niet en wil weglopen. Daarop wordt hij omver geduwd. Als hij weer opstaat en de politie gaat bellen, gaan de twee mannen er vandoor. Als het slachtoffer voelt of hij zijn portemonnee nog heeft, blijkt die te zijn verdwenen. De portemonnee hebben de daders blijkbaar weggegooid want die wordt even later in de omgeving gevonden.