De rechtbank Gelderland veroordeelde een 34-jarige man uit Ede voor brandstichting en mishandeling. Hij kreeg een celstraf van 360 dagen, waarvan 346 dagen voorwaardelijk, opgelegd.
Illustratieve afbeelding
De man stichtte in 2015 tweemaal brand in zijn eigen appartement. Hij was toen onder invloed van GHB. Volgens zijn advocaat was de Edenaar zich hierdoor niet bewust van zijn handelen. De rechtbank verwierp dit verweer. Volgens de rechtbank had de man – als frequente gebruiker – moeten weten dat GHB een gevaarlijke drug is. Door toch GHB te gebruiken nam de man bewust een groot risico. Daarom vindt de rechtbank dat beide keren sprake is van opzettelijke brandstichting.
De brandstichting had grote gevolgen kunnen hebben voor de medeflatbewoners van de man.
Mishandeling
De Edenaar maakte zich ook schuldig aan het mishandelen van 2 ambulancebroeders. Dit gebeurde terwijl zij de man hulp verleenden en naar het ziekenhuis vervoerden. De rechtbank vindt dit onacceptabel.
Verminderd toerekeningsvatbaar
De opgelegde straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie. Volgens deskundigen is de man verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank gaat hierin mee. Aan het voorwaardelijke strafdeel zijn bijzondere voorwaarden gekoppeld. Zo geldt er een drugs- en alcoholverbod. Daarnaast moet de man zich laten behandelen en wacht hem – indien hij een terugval krijgt in zijn GHB-gebruik – een klinische opname.
