De bemanning van de kotter, die zaterdag in Harlingen is aangehouden met 300 kilo cocaïne, wordt vandaag voorgeleid aan de rechter-commissaris in Amsterdam. De officier van justitie bij het Landelijk Parket heeft de bewaring voor twee weken gevorderd. Intussen is het onderzoek naar de bestemming van het drugstransport in volle gang.
De FIOD had vorige week uit een lopend onderzoek informatie ontvangen dat de kotter vrijdagavond vanuit Harlingen was uitgevaren en op zaterdagmiddag op de Noordzee vermoedelijk verdovende middelen had opgepikt van een passerend containerschip. De Kustwacht traceerde de vissersboot waarna deze naar de haven werd begeleid.
In een verborgen ruimte werden 13 tassen aangetroffen met pakketten cocaïne. Daar vond de FIOD ook twee rugtassen met zendapparatuur, portofoons en een verrekijker. De tassen waarin de cocaïne was verpakt waren nog nat, om sommige zaten touwen en haken. Alles wees er op dat ze niet lang daarvoor uit het water waren opgehaald.
Eigenaar
De vier opvarenden, twee mannen uit Urk, een man uit Montenegro en een man uit Polen, zijn na de vondst aangehouden. Vastgesteld is dat zij niet hebben gevist en binnen 24 uur na vertrek alweer terug waren. Ook een derde man uit Urk, die zich na aankomst meldde als eigenaar van de kotter, is aangehouden.
Onder leiding van het Landelijk Parket onderzoekt de FIOD de zaak verder. Daarbij is opmerkelijk dat de man uit Montenegro niet tot de gebruikelijke bemanning van het schip behoorde.
