Het voetstappenpad begint bij het treinstation van Hollandsche Rading. Het pad is in 1938 aangelegd om ‘door boschen en heide te zwerven’. Als een jager zwerf en loer ik op iedere beweging. Op mijn hoede voor Schotse Hooglanders. Het Erfgooiersbos bij station Hollandsche Rading heeft iets onheilspellends. Onraad lijkt op de loer te liggen. Oerinstincten maken zich van mij meester. Af en toe zie ik een paar reeën en hoor ik een specht. Of is het een krakende boom? Of mijn knorrende maag? In het aangrenzende Smitshuyser bos zie ik op een heuvel tussen de struiken en boomtakken door een verlaten gebouw. Het gebouw heeft iets weg van een kasteel. Een Middeleeuwse gevangenis zou ook kunnen. Of een “geheime” schuilpaats. Het woord geheim lijkt te passen bij dit gebouw. Ik verlaat mijn voetstappenpad en baan mij over omgevallen bomen, stronken en verraderlijke, drassige kuilen een weg naar het gebouw. Alle deuren en ramen zijn vergendeld. Op de gevel lees ik de naam ’Wolfsdreuvik’. Op een vergroend en verbladerd bankje naast de heuvel stil ik mijn honger en les ik mijn dorst. In het Gooi staat de heuvel al eeuwenlang bekend als de Wolfsheuvel (Wolfsdreuvik). Tot in de 18e eeuw was deze plek een verzamelplaats voor wolven. Over De Wolfsdreuvik, een gebouw uit 1938 – het geboortejaar van Koningin Beatrix- gaat in het Gooi het gerucht dat het via een ondergrondse tunnel in verbinding staat met het nabij gelegen Drakenstein, de aanstaande en vroegere woning van Koninging Beatrix. Niet eerder at ik een broodje in een wolvenkuil. Na drie eeuwen durf ik het wel aan.
Grenspalen tussen Bisdom en Graafschap
Ik wandel verder door de bossen richting Lage Vuursche. De bosranden markeren de grens tussen Utrecht en Noord-Holland. Eeuwenlang Bisdom Utrecht en Graafschap Holland. Over de exacte grenslijn was honderden jaren- zeg maar tussen de veertiende en achttiende eeuw- meer dan discussie. Af en toe strijd zelfs. In 1719 werd de huidige grens vastgesteld en gemarkeerd met 23 palen. Van die originele palen zijn er nu nog zeven over. En zo sta ik nog geen uur na mijn eerste lunch in een wolvenkuil voor het eerst naast een provinciale grenspaal. Mijn eerste lentewandeling – maart is voor mij lente- eindigt onder de monumentale Gotische bogen over het spoor van station Hollandsche Rading. Deze lente kent geen grenzen.