Minister Ploumen (ontwikkelingssamenwerking en buitenlandse handel) maakt zich er zorgen over dat maar een klein deel van de ruim een half miljoen van de Syrische vluchtelingenkinderen onderwijs krijgt. Er zijn bijna 600.000 Syrische kinderen in de schoolgaande leeftijd in Turkije. Slechts een derde daarvan kan naar school, in een vluchtelingenkamp of in – soms provisorische – scholen in een gastgemeenschap. ‘Het einde van het conflict in Syrië is nog niet in zicht. Deze kinderen zitten misschien nog jaren in Turkije en moeten naar school, anders groeit er een verloren generatie op. Ik heb enorm veel waardering voor de inspanningen van Turkije om voldoende scholen en lesmateriaal te regelen. Daar helpen we hen graag bij.’
De minister bezocht vandaag een school in Ankara waar eerst Turkse kinderen les krijgen en daarna Syrische kinderen, met hulp van vrijwillige Syrische leerkrachten. ‘De mensen proberen hier met elkaar voor een werkbare situatie te zorgen. Maar de tekorten zijn groot en nog te weinig kinderen krijgen de kans een goede opleiding te volgen’, zegt Ploumen.
Een van de organisaties die actief zijn voor onderwijs in Turkije is UNICEF, het kinderfonds van de VN. Minister Ploumen heeft vandaag twee miljoen euro voor dit fonds toegezegd. ‘Een deel van de vluchtelingen woont in kampen, maar het grootste deel in de Turkse steden en dorpen, waar ze de steun nodig hebben van de lokale bevolking. Hulp bij het onderwijs is onmisbaar, ook al om te voorkomen dat het Turkse onderwijssysteem overbelast wordt. Daarom is onze bijdrage hard nodig,’ aldus Ploumen. Het onderwijsprogramma van UNICEF heeft tot doel de onderwijsfaciliteiten voor vluchtelingenkinderen uit te breiden en op te knappen, (vrijwilliger)leerkrachten bij te scholen en onderwijzers van onderwijsmaterialen te voorzien, zodat ruim 500.000 kinderen toegang tot beter onderwijs hebben.
