De komende verkiezingen zijn populair onder senioren. Maar liefst 88% van hen gaat waarschijnlijk stemmen, zo blijkt uit onderzoek van de Unie KBO. Hun vertrouwen in de politiek is echter wel gedaald. Voor ouderen is de zorg het belangrijkste onderwerp.
Op 18 maart zijn de Provinciale Statenverkiezingen. Aanleiding voor de Unie KBO om te polsen hoe de Nederlandse senioren deze verkiezingen beleven en wat hun mening is over de provinciale politiek. De uitkomst is – deels – verrassend.
88% van de senioren geeft aan te gaan stemmen, 5% gaat niet stemmen en 7% weet het nog niet.
Als het aan de senioren ligt is de zorg het belangrijkste onderwerp bij de komende verkiezingen, gevolgd door koopkracht en de voorzieningen in de buurt. Zeven van de tien vindt dat er een aparte seniorenparagraaf zou moeten worden opgenomen in de verkiezingsprogramma’s.
De provinciale politiek scoort niet hoog in de beleving van de senioren. Zo heeft slechts 18% het gevoel dat ze invloed kunnen uitoefenen op het beleid binnen hun eigen provincie om dingen te verbeteren. Slechts 11% is tevreden met het huidige seniorenbeleid; de provincie krijgt het gemiddelde rapportcijfer 5,7 voor seniorvriendelijkheid.
Vertrouwen en belastbaarheid
Het vertrouwen van de Nederlandse senioren in de algemene Nederlandse politiek blijft laag. Het gemiddelde rapportcijfer is een 4,8. Een jaar geleden bij ons Unie KBO-onderzoek naar de gemeenteraadsverkiezingen scoorde de politiek bij ouderen nog een 5,0. Veel genoemd is het gevoel dat het huidige kabinet er veel ‘doordrukt’ tegen de wil van burgers: de Wmo, gaswinning in Groningen, de EU.
Vaak wordt genoemd dat de “mensen niet meer centraal staan” in de politiek. Een respondent zegt:
‘We worden geacht van elastiek te zijn, in onze portemonnee en onze belastbaarheid. Ik ben mantelzorger voor drie dementerende familieleden geweest die op het laatst in een verzorgingshuis zaten. Ik moet er niet aan denken dat dementerenden alleen thuis zitten. Dat is gevaarlijk voor henzelf en voor de omgeving.’
550 Nederlandse senioren deden mee aan dit onderzoek, overwegend leden van de KBO. De gemiddelde leeftijd is 73 jaar en de oudste deelnemer is 99 jaar. Van de ondervraagden is 57% vrouw, 67% is getrouwd, 82% heeft kinderen. 29% heeft een laag opleidingsniveau, 39% een middenniveau en 32% een hoog opleidingsniveau. 57% heeft een geloofs- of levensovertuiging, grotendeels katholiek.
Van degenen die gaan stemmen weet 76% al op welke partij ze gaan stemmen. 87% kiest voor een landelijke partij, 9% voor een provinciale partij en 4% weet het nog niet zeker.
Op de open vragen in het onderzoek komen waardevolle antwoorden van de oudere kiezers.
Twee voorbeelden:
– ‘We staan in het politieke landschap op een kruising van wegen. Lang heeft de staat alles verzorgd, maar nu lijkt het of alles bij de burgers wordt neergelegd. Wat in tientallen jaren is omgebogen, kun je niet in vier jaar terugbuigen. Dan knappen de lijntjes en daar worden vooral ouderen de dupe van.’
– ‘Ik wil gaan voor de partij die oog heeft voor hen die het meeste zorg en aandacht nodig hebben. Vroeger was dat socialistisch of christelijk. Tegenwoordig zegt dat helaas helemaal niets meer. Maar niet kiezen is geen optie. Jammer dat het zo gaat, hè?’
Directeur Manon Vanderkaa van de Unie KBO: “Ons onderzoek geeft aan hoe trouw en belangrijk de oudere kiezer is. De ruim 6 miljoen 50-plussers in Nederland kunnen het verschil maken, ook in de provincie. Onze leden geven aan een seniorenparagraaf belangrijk te vinden. Partijen, maak hier werk van en luister naar de waardevolle mening van senioren!”
